ontwerp Gerrit Rietveld [1888-1964] ; uitvoering Gerard van de Groenekan [1904-1994]

Rood-blauwe stoel

Kunstbeweging De Stijl is tot op de dag van vandaag van grote invloed op de kunst in Nederland en daarbuiten. Gerrit Rietveld (1888-1964) maakt een aantal jaren deel uit van deze groep. De Stijl-kunstenaars zoeken naar een nieuwe kunstvorm die past bij de toekomst en die van toepassing is op de hele samenleving: in vormgeving, in architectuur en ook in meubels en andere gebruiksvoorwerpen.



Van de ongeveer 75 objecten in het oeuvre van Gerrit Rietveld (1888-1964) is de Rood-blauwe leunstoel een van de bekendste. Rietveld volgt een opleiding als meubelmaker in de werkplaats van zijn vader. De ouderwetse pen-en-gatverbindingen van de meubels die hij maakt vervangt hij door houtverbindingen die zichtbaar blijven in het eindresultaat. Rond 1918 maakt Rietveld een eerste, onbeschilderde versie van deze leunstoel met zichtbare houtverbindingen. Deze versie is van eikenhout, met iets dikkere houten balken en twee zijpanelen. De versie van de stoel die het Gemeentemuseum in de collectie heeft, met dunnere balken en zonder zijpanelen, komt tot stand nadat Rietveld zich aansluit bij De Stijl. In eerste instantie kleurt Rietveld de stoel met beits – dus niet zo helder – in de herkenbare De Stijl-kleuren rood, blauw en geel. Later schildert hij de stoel in de felle kleuren waarmee de stoel wereldberoemd is geworden. Van Doesburg ziet de stoel als beeldhouwkunst voor het interieur van de toekomst: ‘Op de vraag, welke plaats de beeldhouwkunst in het nieuwe interieur zal innemen, geeft dit meubel, door zijn nieuwe vorm, een antwoord: onze stoelen, tafels, kasten en andere gebruiksvoorwerpen dat zijn de beelden in ons toekomstig interieur.’



Hoewel Rietveld als meubelmaker sterk in de minderheid is binnen De Stijl, blijkt juist de interactie met andere disciplines voor hem én voor de beweging zeer waardevol. Het woonhuis in Utrecht dat hij ontwerpt voor Truus Schröder tussen 1923 en 1924 – bekend als het Rietveld Schröderhuis – is het ultieme voorbeeld van deze interactie: de principes van De Stijl die samenkomen in een totaalkunstwerk. Toch gaat Rietveld vanaf 1928 zijn eigen weg. Wel zal hij de rest van zijn leven een belangrijke rol spelen in de verspreiding van De Stijl in interieurs in Nederland en daarbuiten.



Het Kunstmuseum Den Haag heeft een rijke verzameling werken van De Stijl-kunstenaars. Het museum huist niet alleen ’s werelds grootste collectie van Piet Mondriaan, maar ook werk van o.a. Theo van Doesburg, Bart van der Leck en Vilmos Huszár. De Rood-blauwe leunstoel van Gerrit Rietveld bevindt zich sinds 1955 in het Gemeentemuseum, aangekocht uit de verzameling van mw. Schröder.

Afmetingen
hoogte 87,5 cm ; breedte 60,0 cm ; diepte 76,0 cm
Materiaal
beukenhout en multiplex
Datum
ontwerp 1919, uitvoering ca. 1950
Plaats vervaardiging
Nederland
Objectnummer
0810110
Kunstmuseum Den Haag