01 juni 2020 t/m 22 november 2020

Koninklijk Blauw

Het mooiste Delfts aardewerk van Willem en Mary

De inrichting van de tentoonstelling Koninklijk Blauw – Het mooiste Delfts aardewerk van Willem en Mary was al in volle gang toen het Kunstmuseum vanwege de coronapandemie zijn deuren moest sluiten. Dit zorgde er ook voor dat topstukken uit onder andere Hampton Court Palace en het V&A in Londen nog niet in bruikleen gegeven konden worden. Inmiddels is de tentoonstelling compleet en is het allermooiste Delfts aardewerk bijeengebracht: Koninklijk Blauw. Het is een unieke kans om deze topstukken bij elkaar te zien. 

Delfts blauw: de hele wereld kent het voor ons land zo iconische aardewerk. Het is nog altijd actueel en hoewel we de geschiedenis denken te kennen, zijn er nog steeds nieuwe verhalen over te vertellen. Een deel van de absolute topstukken bevindt zich echter in het buitenland en is zelden of nooit in ons land te zien. Kunstmuseum Den Haag brengt daar verandering in door bijzondere topstukken voor de eerste keer samen te brengen. Zo kunnen bezoekers kennismaken met de tijd waarin het beroemde koningspaar Willem en Mary het mooiste Delfts blauw ooit lieten maken: Koninklijk Blauw.

Brits-Nederlandse verbintenis
Van metershoge bloempiramides tot tuinvazen en confiturenschalen: in de late zeventiende eeuw werd het mooiste tinglazuuraardewerk van Europa gemaakt bij de plateelbakkerijen in Delft. De bloeiperiode van Delfts aardewerk valt samen met de regeerperiode van Willem III (1650-1702) en Mary II Stuart (1662-1695). Zij verzamelden naast Chinees porselein dan ook dit fraaie, verfijnde keramiek uit Delft. Sterker nog, ze waren belangrijke pleitbezorgers. In het bijzonder Mary gold als een ware ambassadeur voor Delfts aardewerk en zij liet dit in opdracht maken bij plateelbakkerij De Grieksche A. De tentoonstelling richt zich op de periode 1689-1702, waarin stadhouder Willem III en Mary II Stuart ook koning en koningin zijn van Engeland, Schotland en Ierland. Koninklijk Blauw laat bezoekers kennismaken met de culturele rijkdom die volgde uit deze Nederlands-Britse verbintenis in de zeventiende eeuw.  

Geliefd verzamelobject
Vanaf de vijftiende eeuw was Chinees porselein, als zeldzame en kostbare rariteit, slechts zo nu en dan in Europa te zien. Door de handel met Azië via de Verenigde Oost-Indische Compagnie nam in de zeventiende eeuw de aanvoer naar Nederland toe en werd het een geliefd verzamelobject. De grootmoeder van Mary, Amalia van Solms, maakte in haar interieurs al veelvuldig gebruik van porselein. Ook Mary was een fervent verzamelaar en in elk van de acht paleizen waarover ze in de Republiek beschikte, waren porseleinen objecten te vinden. Maar ze verzamelde ook Delfts aardewerk. Ze bewonderde de imitaties die de Delftse plateelbakkerijen van het Chinese blauw-witte porselein maakten, omdat ze erin slaagden de vormen, kleuren en decoraties van het porselein te evenaren. Op Paleis Het Loo zijn fragmenten van de vroegste door Mary verzamelde blauwwitte keramiek bewaard gebleven.  

Het Loo als startpunt
De tentoonstelling komt tot stand dankzij een unieke samenwerking met Paleis Het Loo, het jachtpaleis dat Willem III en Mary II in 1685-1686 in Apeldoorn bouwden. Bij de inrichting speelden de decoratieve kunsten, waaronder keramiek, een belangrijke rol. Er zijn geen complete voorwerpen van Delfts blauw aardewerk bewaard gebleven, maar de vele in de tuinen van Het Loo opgegraven fragmenten en de op basis hiervan aangekochte voorwerpen geven een uniek inkijkje in het Delfts aardewerk dat hier ooit aanwezig was. Deze archeologische vondsten zijn zeer bijzonder omdat het  het enige bewaard gebleven stadhouderlijk Delfts aardewerk van Willem en Mary wereldwijd is en het vroegste koninklijke Delfts aardewerk in Nederland. De vernieuwing en verbouwing van Paleis Het Loo biedt de mogelijkheid om deze bijzondere collectie Delfts aardewerk tijdelijk in Den Haag te tonen. Vanaf 31 maart 2020 is Paleis Het Loo BuitenGewoon Open met de baroktuinen waar vanaf 1 juni de Delftse tuinvazen naar zeventiende-eeuwse koninklijke voorbeelden in hun oorspronkelijke setting te zien zijn.

Engelse grandeur
Mary heeft waarschijnlijk een rol gespeeld bij het ontstaan en ontwikkelen van uitzonderlijke stukken Delfts aardewerk. Decoraties met kronen, het wapen van Oranje-Nassau en de monogrammen van Willem en Mary geven het Delfts aardewerk na de kroning als Koning en Koningin van Engeland, Schotland en Ierland vorstelijke status. In dit representatieve ‘koninklijke blauw’ is de invloed van hofontwerper Daniël Marot (1660/61-1752) dan ook duidelijk te herkennen. Veel andere Europese vorstenhuizen volgden Mary’s voorbeeld en bestelden gepersonaliseerd aardewerk in Delft.

Van Mary’s bloempiramides uit Engeland zijn monumentale exemplaren bewaard gebleven in Hampton Court Palace. Mary had hier in de tuin een paviljoen, the Water Gallery, met Delfts aardewerk ingericht. In de tentoonstelling worden, naast topstukken uit Hampton Court Palace, ook de Delftse wandtegels uit de Water Gallery uit vijf musea met elkaar herenigd. Bruiklenen uit de collecties van Paleis Het Loo, het Rijksmuseum, Museum Prinsenhof Delft en vele internationale musea brengen voor de eerste keer het Delfts aardewerk van Willem en Mary samen.

Een koninklijk symbool
Twee pronkstukken uit de eigen collectie van Kunstmuseum Den Haag krijgen in deze tentoonstelling een centrale plek: twee Delfts Blauwe bloemenvazen in de vorm van Willem III en Mary II. De vazen waren veertig jaar van elkaar gescheiden en maakten allebei deel uit van een andere privécollectie. In 2015 zijn de vazen in het museum weer met elkaar verenigd, mede mogelijk gemaakt met steun van onze Vriendenvereniging. In Koninklijk Blauw staan ze symbool voor de belangrijke rol die het paar heeft gespeeld voor de bekendheid van het Delfts Blauw. De opdrachten die door plateelbakkerij De Grieksche A aantoonbaar voor Mary als koningin zijn gemaakt behoren tot het Nederlandse culturele erfgoed dat internationaal bekend is. Het vindt bovendien nog altijd navolging in eigentijdse koninklijke uitingen, zoals het nieuwe staatsbanketservies ‘Blossom Panache’ in 2017, waarvan de ontwerptekening en enkele stukken dankzij een bruikleen van de Koninklijke Verzamelingen in de tentoonstelling worden getoond. Of bijvoorbeeld in een installatie geïnspireerd op wandbespanningen voor de Blauwe Salon van Paleis Huis ten Bosch in 2019.