Kunstmuseum Den Haag has a treasure chamber of over 160.000 pieces of art. Here we work on making the highlights from this collection available online.
Het is haar vader Jacob Eduard van Heemskerck van Beest die Jacoba de eerste beginselen van het schilderen leert. Als officier bij de Koninlijke Marine zijn zeegezichten favoriet. Later maakt Jacoba met Marie Tak van Poortvliet lange wandelingen langs het strand tijdens hun zomers in Domburg. De kleuren van de zee, die zo oneindig variëren door het licht van de zon, fascineren ook haar.
Een keerpunt in haar kunstenaarschap komt in september 1913, wanneer ze als een van de weinige vrouwen deelneemt aan de grote expressionistische manifestatie de Erste Deutsche Herbstsalon in Berlijn, georganiseerd door de musicus, dichter en kunstcriticus Herwarth Walden. Hij wordt haar mecenas en organiseert tentoontellingen voor haar bij zijn kunsthandel Der Sturm, waar ook Wassily Kandinsky, Franz Marc en August Macke exposeren. Net als Jacoba van Heemskerck maken deze expressionisten kleurrijk en abstract werk met een diepere innerlijke betekenis.
Het is in deze periode dat haar zeegezichten symbolistisch van aard worden; voor Jacoba weerspiegelen ze de ontwikkeling van de mens. De scheepjes ver weg op zee zijn nog iel en kwetsbaar voor tegenwind. Op de voorgrond bevinden zich de stevige schepen met kleurige zeilen die trots wapperen in de wind; het symbool voor complete geestelijke ontplooiing. Dit schilderij met zijn beweeglijke lijnenspel in contrasterende kleuren is zó spontaan geschilderd dat haar vriendin Marie Tak van Poortvliet er verbaasd over is. Ze merkt op dat de strenge symmetrie van Van Heemskercks voorgaande werken is verdwenen: "Uit dit schilderij spreekt alleen nog de ongekende vreugde van de vrije expressie".