09 April 2004 till 27 February 2005

Mondrian and De Stijl

Presentation of works by Piet Mondrian and fellow members of the De Stijl movement. The presentation will take place in the museum’s Mondrian wing and comprise works from the permanent collection.

Piet Mondriaan

De neiging om de eigen discipline te overstijgen was al sinds 1900 bij de Nieuwe Kunst aanwezig en ook in de architectuur en vormgeving, met het rationalisme van Berlage als bron, werden gebouwen en objecten steeds verder geabstraheerd. De enige constante in de geschiedenis van De Stijl – en ook in de tentoonstellingszalen – is Piet Mondriaan, die van 1917 tot 1944 onverstoorbaar doorwerkte aan zijn visioen van een Nieuwe Beelding, een kunst die zich concentreerde op zijn eigen essentie – lijn en kleur – en die zo onvermijdelijk af zou stevenen op een versmelting van de kunst met het leven.
 

De Stijl

Het tijdschrift De Stijl werd in 1917 opgericht door schilder en criticus Theo van Doesburg, met de bedoeling gelijkgestemde geesten een podium te bieden. De schilder en criticus Theo van Doesburg wilde er de gistende ideeën over een nieuwe kunst een podium mee bieden. Tot 1931 – toen Van Doesburg stierf – voorzag het tijdschrift een klein maar internationaal publiek van gelijkgestemden van informatie over de meest recente, voorstellingsloze kunst. Met bijdragen van beeldend kunstenaars als Piet Mondriaan, Vilmos Huszar, Bart van der Leck en architecten als Jan Oud, Jan Wils, Robert van ’t Hoff, dichters als Anthony Kok en de beeldhouwer Georges van Tongerloo beschreef De Stijl de grensoverschrijdende activiteiten, van beeldende kunst naar architectuur, naar reclame, naar dichtkunst en weer terug die de cultuur van Europa na de Eerste Wereldoorlog ingrijpend zou helpen veranderen. Het tijdschrift stond open voor allerlei vooruitstrevende ideeën over de relatie tussen kunst en samenleving. Het belang van De Stijl in de moderne kunst laat het Gemeentemuseum zien op basis van de eigen, rijke verzamelingen. Natuurlijk opereerde de kunstenaars rond De Stijl niet in een vacuüm – er waren ook allerlei andere artistieke ontwikkelingen gaande. Daarom is in elke zaal de confrontatie gezocht tussen verschijnselen die direct aansluiten bij de centrale gedachte achter De Stijl en allerlei andere pogingen, in Nederland en daarbuiten, om een kunst te creëren die met recht eigentijds is en die aansluit bij de werkelijkheid, die zelfs het liefst vooruitgaat. Het tijdperk dat reikte van de Russische revolutie tot de opkomst van Hitler-Duitsland blijkt, op die manier gepresenteerd, een turbulente artistieke periode te zijn geweest waarin de kunstenaars rond De Stijl, met Piet Mondriaan als hun grote voorbeeld, een geheel eigen koers wisten te varen.