Stände Humpen with lid

BESCHRIJVING

Ingestoken bodem, gladde standring versierd met witte strepen. Cilindrisch lichaam, beschilderd in veelkleurige emails met een voorstelling van een boogcolonade, waarin figuren met verschillende beroepen (=Stände): 'Der Bettler, Soldat, Edelman, Pfarher, der Bauwer'. Onderrand de tekst 'Der Betler spricht ich habe nichts/ Der Soldat spricht ich gebe nichts/ Der Edelmann will gaben dem tribut und freij gutt/ Der Pfarher spricht ich Bin freij/ Der arme Bauer nusz alles geben, das diese alle da von Können leben'. Gewelfd deksel met twee holle nodi en massieve knop, beschilderd in rode, witte, blauwe en gele emails met bloemen, diamanten, noppen en krullen en een gele sierlijst, identiek aan twee lijsten op het lichaam.



COMMENTAAR

Andere voorstellingen op de Humpen betreffen de eveneens zeer populaire weergaven van reeksen als de apostelen, de rangen en standen, de levensstadia en kostuums. In bijna alle gevallen hebben houtsneden uit de zestiende of zeventiende eeuw als voorbeeld gediend. Van de eerste twee categorieën bezit het museum Humpen waarbij de figuren zijn weergegeven in een boogcolonnade en met opschriften. Talrijk zijn ook de Humpen met wapens, waarvan zich een voorbeeld met ongeïdentificeerd wapen in de collectie bevindt. Een Stangenglas op hoge voet vertoont een aantrekkelijke serie van drie bij name genoemde muzikanten, mogelijk ooit het bezit van een klein muziekgezelschap. Een gelijkvormig maar kleiner Stangenglas, door de verdeling met passen 'pasglas' genoemd , is beschilderd met een speelkaart. Dit type beschildering was in het tweede kwart van de achttiende eeuw erg populair. Er zijn enkele series glazen bewaard gebleven waaruit blijkt dat soms een compleet kaartspel werd afgebeeld. Muziek maken, kaartspelen en bier drinken gaan goed samen.



BRON

Pijzel-Dommisse, Eliëns 2009

J. Pijzel-Dommisse, T.M. Eliëns, cat. tent. Glinsterend Glas. 1500 jaar Europese Glaskunst. De collectie van het Gemeentemuseum Den Haag, Zwolle/Den Haag (Gemeentemuseum Den Haag) 2009, nr. 223