Kan met zilveren deksel, glas gegraveerd met druivenranken, waartussen vogels en insecten.

BESCHRIJVING

De glazen kan heeft een gedraaid oor, een geribde voetrand en een golvende glasdraad om de halsaanzet. Het gladde zilveren deksel volgt de vorm van de schenklip en scharniert met een schelpvormige duimrust. Het oorstuk is versierd met bladnerven. De kan is voorzien van een decor van druivenranken, waartussen insecten, drie pauwen en andere vogels.



BESCHRIJVING (Glinsterend glas)

Geribde voetrand. Iets conisch lichaam met afgeronde schouders, conische hals met verbrede opening met schenklip, rond de halsaanzet een golvende glasdraad. Oor met getordeerde ribbels, op het oor een montuur met klepdeksel van zilver. De hals versierd met een bloem- en bladrank, op het lichaam onder het oor een druivenstam van waaruit bladranken met druiven zich over hele lichaam verspreiden. Tussen de ranken drie pauwen, duifjes en andere vogels alsmede vliegende insecten.



CONSTRUCTIE

Het deksel is gehamerd, de rand aangesoldeerd, de versiering gegraveerd. De glazen kan is met het rad gegraveerd, het glas is troebel door glasziekte.



CONSTRUCTIE (Glinsterend glas)

De kan is gemaakt van vroeg Engels loodglas dat herkenbaar is aan de nog niet goed afgestelde samenstelling van de glasmassa, waardoor de voorwerpen meer of minder ernstige vormen van glasziekte vertonen. Het zilveren klepdeksel van een onbekende Haagse zilversmid is in 1681 naar de Haagse keurkamer gebracht: een belangrijke aanwijzing dat dit kannetje al snel in de hofstad is geïmporteerd. De gravering zal mogelijk ook in deze stad zijn uitgevoerd. In elk geval vier nagenoeg identieke kannetjes zijn bewaard gebleven: een niet gegraveerd exemplaar en drie kannetjes met vergelijkbare gravures. Details in de gravering van bijvoorbeeld de bladranken en insecten vertonen overeenkomsten met radgegraveerde spiegeltjes in kunstkabinetten, zoals objectnr. 1021159.



COMMENTAAR

De kan is vervaardigd van dik, zogenaamd flintglas, een Engelse uitvinding uit de late jaren zeventig en tachtig van de zeventiende eeuw. Het is heel bijzonder dat op grond van het zilveren montuur kan worden aangetoond dat het kannetje al zo vroeg, in ieder geval in 1681 in Den Haag aanwezig was. De gravering is mogelijk ook in Den Haag aangebracht.

Het meesterteken een Lelie, echter niet verdiept maar in een cirkel, komt ook voor op een zilveren montuur, aangebracht op een aardewerken kannetje (zie afb. 206, p. 295 in Pijzel-Dommisse 2005); het is nog onduidelijk of het dezelfde meester betreft.



BRON

Zie voor vergelijkbare glazen kannetjes Journal of glass studies 8 (1966), nr. 40, afb. p. 136; en Collectie Royal Scottish Museum, Edinburgh, nr. 1964.414.