Deense verwerking van een Chinees-Japanse traditie

Waar in de vroege jaren veel beschilderingen zich qua kleurenpalet beperken tot kobaltblauwe tonen, werd in de loop der jaren ook de samenstelling van andere kleuren geperfectioneerd. In dit bosgezicht van Arthur Boesen uit 1913, die een jaar eerder de overstap had gemaakt van Royal Copenhagen naar Bing & Grøndahl, komt dit goed naar voren. Groen- en bruintonen spelen de hoofdrol spelen, ondersteund door subtiele accenten in paars en donkergroen.

Wat tevens opvalt is de verticale orientatie dit stuk, zowel qua vorm als voorstelling. Het is alsof de vaas de compositie inkaderd en benadrukt. China en Japan kennen rijke tradities in het weergeven van grote, oude bomen in een krap, staand kader, en het kan niet anders dan dat ook Boesen daarvan op de hoogte moet zijn geweest. Waar in de Chinese en Japanse kunst de achtergrond in de meeste gevallen ongedefinieerd zou zijn gelaten toont Boesen juist een doorkijkje. En ook de manier waarop hij het fletse maar heldere licht door de boomtakken en bladeren laat vallen moet gezien worden als de Deense verwerking van een al ouder thema.