24-09-2018

Aankoop Christus en Boeddha van Paul-Élie Ranson

De collectie van Kunstmuseum Den Haag is verrijkt met het adembenemende schilderij Christus en Boeddha (ca. 1890) van de Franse schilder Paul-Élie Ranson. Het schilderij toont een utopische visie op de wereld waarin alle religies gelijkwaardig aan elkaar zijn. Ranson bracht ze samen tot een universele religie en cultuur. Het werk sluit prachtig aan bij de museumcollectie waaronder de verzameling Symbolistische werken van onder meer Jan Toorop en is per direct toegevoegd aan de collectiepresentatie Ontdek het Moderne.

Het schilderij is verworven met steun van het Mondriaan Fonds – het publieke stimuleringsfonds voor beeldende kunst en erfgoed - , de Vereniging Rembrandt - mede dankzij haar Schorer Romeijn Grothe Fonds en haar Van Beekhof Fonds-, de BankGiro Loterij en de vriendenvereniging van Kunstmuseum Den Haag. Fusien Bijl de Vroe, directeur Vereniging Rembrandt: “Ik vind het fantastisch dat onze leden deze aankoop mede mogelijk hebben gemaakt. Het is een schilderij dat je in het echt moet zien om de kracht te begrijpen.”

Paul-Élie Ranson verbindt in Christus en Boeddha elementen uit verschillende religies. In de achtergrond is een gekruisigde Jezus Christus te zien, geflankeerd door aanbiddende figuren. De vijf gestileerde lotusbloemen dragen verschillende betekenissen in het hindoeïsme, waaronder goddelijkheid, verlichting en de menselijke ziel. Rechtsboven is het gezicht van een grote Boeddhafiguur sterk afgesneden, terwijl links op de voorgrond een mediterende Boeddhafiguur staat afgebeeld. Hij zit op een stenen sokkel, met daarop de Arabische inscriptie ‘Furusiya Nabiy’. Deze tekst laat zich vertalen als ‘Ridderorde der profeten’, maar refereert ook aan een eeuwenoude vechttechniek van Arabische soldaten te paard, die eveneens werd beschouwd als een ethische code.

Ranson sloot zich rond 1890 aan bij de Nabis (Hebreeuws voor ‘profeet’), een groep jonge kunstenaars in Parijs die meende dat het zichtbare een manifestatie was van een nog belangrijkere onzichtbare wereld. De Nabis kwamen wekelijks samen in het huis van Ranson, dat bekend stond als ‘de tempel’. Hoewel veel van de leden van deze beweging zich interesseerden in spiritualisme toonde Ranson de meeste toewijding in het bestuderen van theosofische en mystieke geschriften, waarvan hij de heilige symbolen en tekens nadrukkelijk opnam in zijn schilderij Christus en Boeddha.

Het schilderij was al eens te zien in het Kunstmuseum, toen het in 1987 deel uitmaakte van de tentoonstelling The Spiritual in Art: Abstract Painting 1899-1985. Hierin werd uitgebreid aandacht besteed aan de relatie tussen het ontstaan van abstracte kunst en een fascinatie voor occultisme en spiritualiteit onder kunstenaars. Dankzij deze destijds nieuwe invalshoek wordt de tentoonstelling nog altijd beschouwd als een presentatie van grote betekenis, die tot op de dag van vandaag musea en kunsthistorici inspireert om zich verder te verdiepen in dit fenomeen. Ook in 2008 was het werk in het Kunstmuseum te zien, in de tentoonstelling Klaroenstoot voor de moderne kunst waarbij hoogtepunten uit de Triton Collection Foundation werden getoond in relatie tot de collectie van het museum. Het schilderij is dan ook aangekocht van de Triton Collection Foundation en kon verworven worden dankzij de jarenlange samenwerking.

Met de aankoop van Christus en Boeddha wordt een van de meest belangrijke schilderijen uit Ransons oeuvre opgenomen in de Collectie Nederland. Aan de hand van dit kunstwerk kan bovendien de stilering en abstrahering in de kunst dankzij de opkomst van spiritualiteit, occultisme en symbolisme – een ontwikkeling die zich rond 1900 ook in Nederland duidelijk aftekent – beter in een internationale context worden geplaatst.

Het Kunstmuseum Den Haag bezit een sterke kerncollectie van Nederlands symbolisme, met onder andere werk van Jan Toorop, Carel de Nerée tot Babberich en Johan Thorn Prikker. Maar niet alleen kunstenaars van het symbolisme vonden via spiritualiteit hun weg naar abstractie. Het Kunstmuseum Den Haag bezit belangrijke stukken van de kunstenaars van het Duitse expressionisme, waaronder werk van Alexej von Jawlensky (1864-1941) en Wassily Kandinksy (1866-1944). Bij Jawlensky, van wie het museum van 29 september t/m 27 januari 2019 een grote overzichtstentoonstelling organiseert, leidde zijn fascinatie voor spiritualiteit en de theosofie tot zijn series Mystieke Portretten, gevolgd door een reeks Meditaties.

De zoektocht naar het spirituele was ook een belangrijke drijfveer voor Piet Mondriaan (1872-1944), waarvan het Kunstmuseum Den Haag de grootste collectie tekeningen en schilderijen bezit. Mondriaan was vanaf 1909 lid van de Theosofische Vereniging. Daarvoor al was hij geïnteresseerd in spiritualiteit. Hij verdiepte zich in westerse en niet westerse religies en denkbeelden.

Het schilderij van Ranson sluit ten slotte ook mooi aan bij de rijke collectie islamitische kunst van het Kunstmuseum en de tentoonstelling Glans en Geluk die t/m 3 maart 2019 in het museum te zien is. Een tentoonstelling vol pracht en praal met de nadruk op het ornamentele karakter van islamitische kunst en de verhalen over cultuur, traditie en ambacht. En waarin de symboliek van eeuwenoude kunstobjecten wordt ontrafeld.