Kunstmuseum Den Haag heeft een schatkamer van meer dan 160.000 kunstwerken. Hier werken we aan de online ontsluiting van de hoogtepunten uit deze collectie.
BESCHRIJVING
Achthoekige voet, aan onderzijde met facetten geslepen. Stam met nodus, geslepen in facetten, conische kelk in achthoekige vorm geblazen met schenklip, vlak geslepen met horizontale gleuven. Aangezet oor.
COMMENTAAR
De collectie Duits gegraveerd glas bevat enkele bijzondere stukken als de grote roemer met diamantgravure en de Boheems/Silezische glazen met verfijnde radgravures . Een ander hoogtepunt wordt gevormd door de beker met de mythologische voorstelling van Meleager en Atlanta, gegraveerd door Meester HI . Deze beker werd in 1990 aangeschaft om een link te leggen met de toen nog in de collectie aanwezig grote bokaal van Franz Gondelach (afb. 14, p. 21). Deze bokaal, vervaardigd voor de Haagse schutterij St. Joris, is in de late jaren negentig overgedragen aan het Haags Historisch Museum. Veel Duits glas van een gemiddelde productie is in de achttiende eeuw naar de Nederlanden geëxporteerd. Gezien de Hollandse opschriften moet het mogelijk zijn geweest in glaswinkels speciale voorstellingen en opschriften te bestellen die in Duitsland werden gegraveerd.
HERKOMST
De bekers en kan zijn vervaardigd in Silezië of het aangrenzende Noord Bohemen. Kenmerkend is het slijp- en snijwerk: de kelken zijn meestal veelhoekig geslepen alvorens ze werden gegraveerd en de voet, knopen van de stam en het onderste deel van de kelk zijn eveneens in facetten geslepen. Op de kelk zelf kan een palmetmotief of een voluut in 'Hochschnitt' zijn aangebracht, wat betekent dat alles rondom het motief moet zijn weggeslepen . De gravure bedekt meestal het gehele vlak met fijn gedetailleerd ornament in de zogenaamde band- en vlechtwerkstijl. Zie voor voorbeelden van Silezisch glaswerk: Klesse, Mayr 1987, p. 65-89, nr. 102-126; Drahovotá 1995 b, nr. l-74-l.87; Von Strasser, Baumgärtner 2002, p. 264-307
VOORSTELLING
De versiering van het kannetje bestaat alleen uit slijpwerk: ook bij bokalen kon de decoratie alleen tot geslepen vlakken en gleuven zijn beperkt, zie bijvoorbeeld Schmidt 1927, afb. 46a en Klesse, Reineking-von Bock 1973, nr. 376. Degelijke kannetje stonden tijdens een diner op tafel naast een laag achthoekig vingerkommetje, zie Von Czihak 1891, p. IV
BRON
Pijzel-Dommisse, Eliëns 2009
J. Pijzel-Dommisse, T.M. Eliëns, cat. tent. Glinsterend Glas. 1500 jaar Europese Glaskunst. De collectie van het Gemeentemuseum Den Haag, Zwolle/Den Haag (Gemeentemuseum Den Haag) 2009, nr. 249
Vermelde literatuur/referenties:
Von Czihak 1891
E. von Czihak, Schlesische Gläser, Breslau 1891
Drahotová 1995 b
O. Drahatová, 'Geschnittene Gläser', in: Das Böhmische Glas 1700-1950, Band I: Barock, Rokoko, Klassizismus, Passau (Passauer Glasmuseum) 1995, p. 84-93
Klesse, Mayr 1987
B. Klesse, H. Mayr, cat. Veredelte Gläser aus Renaissance und Barock. Sammlung Ernesto Wolff, Wenen 1987
Klesse, Reineking-von Bock 1973
B. Klesse, G. Reineking-von Bock, cat. Glas, Keulen (Kunstgewerbemuseum der Stadt Köln) 1973
Schmidt 1927
R. Schmidt, Europäisches Glas, Die Sammlung Wilfred Buckley, Berlin 1927
Von Strasser, Baumgärtner 2002
R. von Strasser, S. Baumgärtner, cat. Licht und Farbe. Dekoriertes Glas. Renaissance, Barock, Biedermeier. Die Sammlung Rudolf von Strasser, Wenen (Kunsthistorisches Museum) 2002