Kan

Serviesgoed met subtiele reliëfversiering werd vaak gemaakt met behulp van mallen die uit twee delen bestonden. Glasmakers gebruikten deze kleien of terracotta mallen tien tot vijftien keer voordat de versiering teveel was afgevlakt. In grotere glasateliers waren gespecialiseerde mallenmakers actief. Ook onder pottenbakkers die hun vaatwerk produceerden met kiezelaardewerk waren mallen populair. Zij lieten zich graag inspireren door vormen en decoratiemotieven van metalen objecten. Mogelijk dienden kannen van kiezelaardewerk als een betaalbaar alternatief voor zilveren exemplaren.