Karaf met stop

BESCHRIJVING

Bodem in een gelobde rozet geslepen, zeshoekige voet met twaalf schulpen, doorlopend in zeshoekige geslepen stam en lichaam; dubbel gekraagde hals met breed uitlopende geschulpte mondrand. Stop zeshoekig gelobd en eindigend in een punt. Karaf en stop beschilderd in paarsroze met een decor van (blad-) krullen en rozetten in sgraffitotechniek.



COMMENTAAR

In de negentiende eeuw herleefde het beschilderen van kleurloos glas, nadat de aandacht voor deze decoratiewijze in de achttiende eeuw in de meeste landen was afgenomen. Een uitzondering vormde Engeland, waarin in Newcastle glaswerk in witte of veelkleurige emails werd beschilderd (zie cat. 425 en 426 ) en in Londen en Bristol het goudschilderen werd toegepast. Met name Bristol was beroemd om zijn gouddecoratie op blauw glas, dat nog tot in de vroege negentiende eeuw is geproduceerd. Het veelkleurig beschilderen van doorzichtig glas kwam in de Duitstalige landen in de belangstelling met de zogenoemde 'Transparantmalerei', een schilderstechniek die tijdens het Biedermeier (1815-1850) zijn hoogtepunt bereikte. Bekers werden beschilderd met bijzonder aantrekkelijke voorstellingen in dunne, semi-transparante kleuren. De beroemdste schilders, zoals Samuel (1762-1815) en Gottlob Mohn (1789-1825) en Anton Kothgasser (1769-1851) uit Dresden en Wenen, waren als porseleinschilders opgeleid. De voorstellingen hadden meestal een fel gekleurde omlijsting van een transparante gele beits. Het volledig beschilderen van glazen met geel kleurende en, ongeveer gelijktijdig ontwikkelde, robijnrood kleurende beitsen is de verdienste geweest van Friedrich Egerman (1777-1864) uit Blottendorf. In deze kleurlagen werden voorstellingen gegraveerd die de kleurloze onderlaag te voorschijn haalden. Door het aanbrengen van dergelijke versieringen op uitbundig geslepen glaswerk of in combinatie met gekleurde Überfanglagen, ontstonden verrassend nieuwe producten. De sgrafittotechniek, als toegepast op de karaf nr. 502 , is een soort afgeleide van de gravure in een beitslaag. Bij deze techniek wordt de versiering uit een gekleurde emailverflaag gekrast. Zie: Strauss 1964; Pazaurek, Von Philippovich 1976; diverse artikelen van Jarmila Brožová en Walter Spiegl in: cat. Das Böhmische Glas 1995, dl. II en III.



BRON

Pijzel-Dommisse, Eliëns 2009

J. Pijzel-Dommisse, T.M. Eliëns, cat. tent. Glinsterend Glas. 1500 jaar Europese Glaskunst. De collectie van het Gemeentemuseum Den Haag, Zwolle/Den Haag (Gemeentemuseum Den Haag) 2009, nr. 502



Vermelde literatuur/referenties:



Pazaurek, Von Philippovich 1976

G.E. Pazaurek en E. von Philippovich, Gläser der Empire- und Biedermeierzeit, Braunschweig 1976



Spiegl 1995

W. Spiegl, 'Gelbgebeizte Gläser von Friedrich Egermann', 'Glaser mit Transparentmalerei von Samuel und Gottlob Mohn', 'Gläser mit Transparentmalerei von Anton Kothgasser', in: Das Böhmische Glas 1700-1950, Band II: Empire. Biedermeier. Zweites Rococo, Passau (Passauer Glasmuseum) 1995, p. 38-40, 58-63, 64-73



Strauss 1964

J. Strauss, 'Transparent enameling. A critique', in: Journal of Glass Studies 6 (1964), p. 123-135

Afmetingen
hoogte 25,5 cm
diameter 11,3 cm
Materiaal
helder kleurloos geslepen glas, emailbeschildering in paarsroze met sgrafitto
Datum
1830-1850
Plaats vervaardiging
Bohemen
Objectnummer
1002713
Kunstmuseum Den Haag