Kunstmuseum Den Haag heeft een schatkamer van meer dan 160.000 kunstwerken. Hier werken we aan de online ontsluiting van de hoogtepunten uit deze collectie.
BESCHRIJVING
Concaaf conische voet van gesponnen glasdraad. Ingestoken bodem. Cilindervormige schacht aan één stuk geblazen met eivormige kelk. Op schacht vier rijen van opgelegde braam noppen, geribbelde glasdraad op scheiding schacht en kelk. Op kelk gegraveerd voorstellingen van de Haagse ooievaar met steen in zijn klauw, de ooievaar in de burchtpoort en het stadsprofiel van Den Haag, met het opschrift "Plus vigila semper". Gesigneerd op kelk; "CfM 1660"
VERVAARDIGER
De graveur met de signatuur fCM heeft op zeer hoog niveau glazen gedecoreerd met uiteenlopende onderwerpen, waaronder een aantal portretten van vorstelijke figuren. Gezien zijn opdrachtgevers zou CM in Den Haag kunnen hebben gewerkt. Zijn werk oogt in tegenstelling tot de gravures uit de eerste helft van de zeventiende eeuw minder transparant, is met een vaste hand opgebouwd uit veel kleine krasjes, zonder omtreklijnen en met een fijnzinnige gevoel voor diepte en detail. De signatuur komt voor op dertien glazen, zowel roemers en fluitglazen als kelkglazen, die zich bevinden in het Rijksmuseum Amsterdam, het Amsterdams Historisch Museum, het Koninklijk Huisarchief, het Kunstmuseum Den Haag en in een viertal onbekende collecties (zie Smit 1994, p. 93, onder M(fcM); Ritsema van Eck 1995, nr. 24-26; Vreeken 1998, nr. 134 en 136; Ritsema van Eck 1980, p. 165-166). Het vroegste glas is 1644 gedateerd, het laatste 1663. De letters van de signatuur zijn in het verleden gelezen als CJM voor Christoffel Jansz. Meier (Van Gelder 1917), CFM (Hudig 1926 b, p. XX, reprint p. 9) en fcM voor fecit M (Ritsema van Eck 1995, p. 470; Collectie Guépin 1989, nr. 38; Smit 1994, p. 93). Smit suggereert in 1994 en 1995 dat de onbekende meester CM of M dezelfde zou zijn als C(A)C Molen, wiens signatuur op een fluitglas in kasteel Zuylen is gegraveerd (Liefkes 1989, nr. 6). Gezien de grote stilistische verwantschap in graveren sluit B. Klesse zich hierbij aan en wijst bovendien op de verwante wijze waarop de decoraties op de door fCM en CCMolen gesigneerde hoge fluitglazen aan de onderzijde worden afgesloten met stijf weergegeven consoles, kwasten, draperieën of festoenen (zie Klesse 1996). Het motief van een bol, waarnaast twee halfrond eindigende ornamenten en de weergave van het landschap met bomen op het glas van Molen komen bovendien overeen met andere fCM gesigneerde gravures (zie bijvoorbeeld Ritsema van Eck, 1995, nr. 25; Vreeken 1998, nr. 134).
VOORSTELLING
Het thema van een grote, altijd waakzame ('Plus vigula semper') vogel die een steen ophoudt in zijn poot (valt hij in slaap, dan valt de steen en schrikt hij weer wakker) is eigenlijk van toepassing op een kraanvogel. Slechts twee voorstellingen zijn bekend, waarbij een ooievaar een steen in de poot vasthoudt: in beide gevallen betreft dat een graveerde voorstelling op glas. Staande in de stadspoort, is hier enige waakzaamheid natuurlijk wel gewenst. Zie over de Haagse ooievaar Van Lit 2001. Op de andere zijde van de roemer is het tweede wapen van Den Haag weergegeven, de ooievaar in de burchtpoort. Beide wapens werden gedurende de zeventiende eeuw naast elkaar gebruikt. Het Haagse stadsgezicht dat als achtergrond van de vogel en poort dient, is waarschijnlijk gebaseerd op het grote schilderij 'Gezicht op Den Haag vanuit het zuidoosten' door Jan van Goyen (1596-1656) dat de Haagse magistraat in 1651 had laten schilderen en dat tot 1871 in het Oude Stadhuis aan de Groenmarkt hing (Dumas 1991, p. 508-516, nr. 41). Op het schilderij is centraal klein een ooievaar in het veld afgebeeld.
BRON
Pijzel-Dommisse, Eliëns 2009
J. Pijzel-Dommisse, T.M. Eliëns, cat. tent. Glinsterend Glas. 1500 jaar Europese Glaskunst. De collectie van het Gemeentemuseum Den Haag, Zwolle/Den Haag (Gemeentemuseum Den Haag) 2009, nr. 261
Vermelde literatuur/referenties:
Collectie Guépin 1989
The Guépin collection of 17th and 18th century Dutch glass, veilingcatalogus Christie's Amsterdam, 5 juni 1989
Dumas 1991
Ch. Dumas, Haagse stadsgezichten 1550-1800, Zwolle 1991
Van Gelder 1917
H.E. van Gelder, 'Christoffel Jansz. Meier, glasgraveur'. in: Oud Holland 35 (1917), p. 118-124
Hudig 1926 b
F. Hudig, 'Diamond engraving', in: W. Buckley, European glass, Londen 1926, p. 14-34; ook verschenen als reprint met de title An essay on Dutch Glass Engravers, Plymouth 1926
Klesse 1996
B. Klesse, 'Zum Diamantreißer "M", Ein unbekanntes Meisterwerk', in: Weltkunst 17 (1996), p. 1974-1977
Liefkes 1989
J.R. Liefkes, cat. tent. Glaswerk uit drie Utrechtse kastelen, Slot Zuylen, Kasteel Amerongen, Kasteel Sypesteyn, Oud Zuilen 1989
Van Lit 2001
R. van Lit, Op hoge poten. De geschiedenis van de Haagse ooievaar, Den Haag 2001
Ritsema van Eck 1980
P.C. Ritsema van Eck, 'Drie glazen uit het museum van het Koninklijk Huisarchief', in: Nederlands Kunsthistorisch Jaarboek 31 (1980), p. 161-168
Ritsema van Eck 1995
P.C. Ritsema van Eck, cat. Glass in the Rijksmuseum, II, Zwolle/Amsterdam (Rijksmuseum) 1995
Smit 1994
F.G.A.M. Smit, A concise catalogue of European line-engraved glassware 1570-1900, Peterborough (ongepubliceerd manuscript) 1994
Vreeken 1998
H. Vreeken, cat. Glas in Amsterdams Historisch Museum en Museum Willet-Holthuysen, Amsterdam (Amsterdams Historisch Museum/Zwolle) 1998