montuur: mogelijk J. Mirani [werkzaam midden 19de eeuw]

Twee karaffen met stop en onderschotel

BESCHRIJVING

Schotel met vlakke bodem, waarin geslepen stermotief, rechtopstaande rand in ruiten geslepen, geprofileerd zilveren deklijst met kleine pareltjes. Kan op geprofileerde zilveren voet met parellijstje. Omgekeerd conisch lichaam geslepen met grote rillen en liggende olijven, hals en schenklip in facetten geslepen; aangezet massief oor. Rond oor en hals zilveren plaatjes met sierlijstjes, waartussen ketting. Hoge puntige stop met ingeblazen luchtbellen, geslepen met rillen, olijven en facetten.



COMMENTAAR

In de negentiende eeuw ontwikkelden zich voor het eerst grote geslepen glasserviezen naar één model. De serviezen bestonden niet alleen uit dringlazen en karaffen, maar ook uit schotels, kommen, olie- en azijnstellen, zoutvaten en kandelaren. Een groot tafelstuk in de vorm van een étagère van schalen met een vaas vormde het pièce de milieu, tijdens het dessert waren daaromheen losse fruitcoupes en roomkommen gegroepeerd. Uit de vele bewaard gebleven prijscouranten, waarin glasfabrieken hun assortiment publiceerden, blijkt hoe internationaal de modellen waren. Het dan ook bijna onmogelijk serviezen aan bepaalde fabrieken toe te schrijven. Van de Kristal- en glasfabrieken Petrus Regout & Co in Maastricht, werkzaam van 1826/1827, is bekend dat in eerste instantie onversierd kristal werd geïmporteerd uit het Belgische Val-Saint-Lambert om dit in Maastricht te laten bewerken. Zelfs de namen van serviezen, waarmee de vorm en het soort slijpsel werd aangeduid, nam men over. Bepaalde modellen bleven lang in gebruik, zoals blijkt uit de prijscouranten die Regout bijvoorbeeld in 1864, 1867, 1880, 1890 en 1891 liet verschijnen. Een herkomst van een servies uit een Nederlandse familie zou kunnen wijzen op een productie in een Belgische of Nederlandse fabriek, ware het niet dat de winkeliers van kristal als de Amsterdamse glashuizen Muller en Focke & Meltzer hun producten ook uit Engeland, Bohemen en Frankrijk haalden. Uitgebreide serviezen van kristal worden museaal nauwelijks verzameld. Het is dan ook bijzonder dat het Kunstmuseum al in de jaren vijftig goede voorbeelden in de collectie heeft opgenomen. Zie over de Nederlandse situatie: Liefkes 1985; Te Duits 1998; Duysters 2002, p. 92-96; Van der Kley-Blekxtoon 2003; Van Benthem 2005, p. 110-112 en p. 394-399. Het Corning Museum of Glass bezit de grootste collectie prijscouranten en voorbeeldboeken, waaronder die van Regout, Val-Saint-Lambert en Zoude. Een tweedelige prijscourant van Regout uit 1880 wordt in het Industrion te Kerkrade bewaard.



BRON

Pijzel-Dommisse, Eliëns 2009

J. Pijzel-Dommisse, T.M. Eliëns, cat. tent. Glinsterend Glas. 1500 jaar Europese Glaskunst. De collectie van het Gemeentemuseum Den Haag, Zwolle/Den Haag (Gemeentemuseum Den Haag) 2009, nr. 453



Vermelde literatuur/referenties:



Van Benthem 2005

B.J. van Benthem, De werkmeesters van Bennewitz en Bonebakker. Amsterdam grootzilver uit de eerste helft van de 19de eeuw, Zwolle 2005



Te Duits 1998

Th. te Duits, '''Bevriende concurentie'. Glashuis Muller en andere glas- en kristalzaken in AMsterdam', in: Vreeken 1998, p. 62-71



Duysters 2002

K. Duysters, cat. Facetten van Glas. De glascollectie van het Historisch Museum Arnhem., Arnhem (Historisch Museum) 2002



Van der Kley-Blekxtoon 2003

A. van der Kley-Blekxtoon, Kristalunie Maastricht, Lochem 2003



Liefkes 1985

R. Liefkes, 'Regout/Kristalunie', in: cat. tent. Industrie & Vormgeving in Nederland 1850/1950, Amsterdam (Stedelijk Museum) 1985

Materiaal
helder kleurloos geslepen glas met zilveren montuur met kleine pareltjes
Datum
1840-1860
Plaats vervaardiging
glas: België of Nederland
montuur: Rotterdam
Objectnummer
1005229
Kunstmuseum Den Haag