Kunstmuseum Den Haag heeft een schatkamer van meer dan 160.000 kunstwerken. Hier werken we aan de online ontsluiting van de hoogtepunten uit deze collectie.
BESCHRIJVING
Gladde bodem, weggeslepen pontilmerk. Conisch lichaam met geslepen ovalen en cirkels, waartussen gegraveerde medaillons met borstbeelden van vier evangelisten met hun symbolen en namen: S. IOHANNES met adelaar, S. MATHEUS met engel, S. LUCAS met stier, S. MARCUS met leeuw.
COMMENTAAR
De collectie Duits gegraveerd glas bevat enkele bijzondere stukken als de grote roemer met diamantgravure en de Boheems/Silezische glazen met verfijnde radgravures . Een ander hoogtepunt wordt gevormd door de beker met de mythologische voorstelling van Meleager en Atlanta, gegraveerd door Meester HI . Deze beker werd in 1990 aangeschaft om een link te leggen met de toen nog in de collectie aanwezig grote bokaal van Franz Gondelach (afb. 14, p. 21). Deze bokaal, vervaardigd voor de Haagse schutterij St. Joris, is in de late jaren negentig overgedragen aan het Haags Historisch Museum. Veel Duits glas van een gemiddelde productie is in de achttiende eeuw naar de Nederlanden geëxporteerd. Gezien de Hollandse opschriften moet het mogelijk zijn geweest in glaswinkels speciale voorstellingen en opschriften te bestellen die in Duitsland werden gegraveerd.
HERKOMST
De drie bekers zijn versierd met eenvoudig slijpwerk van cirkels en ovalen en oppervlakkig graveerwerk. De gebouwden met pagodeachtige torentjes zijn kenmerkend voor werk uit Bohemen. Dit geldt ook voor de vorm van de bekers. Zie Drahotová 1995, nr. l.3, l.8 voor gebouwen, nr. l.10-l.12 voor de vorm.
BRON
Pijzel-Dommisse, Eliëns 2009
J. Pijzel-Dommisse, T.M. Eliëns, cat. tent. Glinsterend Glas. 1500 jaar Europese Glaskunst. De collectie van het Gemeentemuseum Den Haag, Zwolle/Den Haag (Gemeentemuseum Den Haag) 2009, nr. 251
Vermelde literatuur/referenties:
Drahotová 1995
O. Drahotová, 'Geschnittene und geschliffene Gläser', in: Das Böhmische Glas 1700-1950, Band I: Barock, Rokoko, Klassizismus, Passau (Passauer Glasmuseum) 1995, p. 42-55