Bart van der Leck [1876-1958]

Compositie nr. 8

Kunstbeweging De Stijl is tot op de dag van vandaag van grote invloed op de kunst in Nederland en daarbuiten. Bart van der Leck (1876-1958) maakt met o.a. Theo van Doesburg (1883-1931), Piet Mondriaan (1872-1944), Gerrit Rietveld (1888-1964) en Vilmos Huszár (1884-1960) deel uit van deze groep. Kunstenaar Theo van Doesburg neemt in 1917 het initiatief tot het oprichten van tijdschrift De Stijl. De Stijl-kunstenaars zoeken naar een nieuwe kunstvorm die van toepassing is op de hele samenleving, ook in vormgeving en architectuur. Ze heffen de hiërarchie tussen de kunstvormen op en zoeken een beeldtaal die past bij de toekomst.



Om tot zijn abstracte kunst te komen, past Van der Leck een proces toe dat hij doorbeelding noemt. In verschillende stappen brengt hij een figuratieve voorstelling steeds verder terug tot uiteindelijk felgekleurde vlakken en lijnen in rood, geel en blauw tegen een witte of zwarte achtergrond. De open en heldere schilderijen die zo ontstaan, ziet hij als de uitdrukking van de nieuwe tijd. Tussen 1916 en 1918 heeft Van der Leck intensief contact met Piet Mondriaan, die in Laren (NH) bij hem om de hoek woont. Hoewel de werken van Mondriaan en Van der Leck aan elkaar doen denken, is er een belangrijk verschil. Van der Leck vertrekt vanuit een figuratieve voorstelling die hij langzaam vereenvoudigt, van voorstudie naar voorstudie. Mondriaan vindt in Laren een manier om direct vanuit de abstractie te gaan werken.



Van der Leck ontvangt lang financiële steun van verzamelaar Helene Kröller-Müller in ruil voor zijn werk. Maar als hij in navolging van Mondriaan vanaf 1916 met complete abstractie begint te werken, kan zij hier maar moeilijk aan wennen. Ze vindt dat zijn werk steeds meer ‘lijnen-kunst’ wordt, zonder stemming of illusie. Ook De Stijl-lid Vilmos Huszár is sceptisch. In 1918, na de eerste aflevering van tijdschrift De Stijl, distantieert Van der Leck zich van de beweging. Hij kan niet met Van Doesburg door een deur en wil zich niet conformeren naar een groep. Hij gaat zijn eigen weg. Toch wordt zijn schilderkunst nog altijd met De Stijl geassocieerd en kan zijn belang voor De Stijl niet worden onderschat.



Het Kunstmuseum Den Haag heeft een rijke verzameling werken van De Stijl-kunstenaars. Het museum huist niet alleen ’s werelds grootste collectie van Piet Mondriaan, maar ook werk van o.a. Theo van Doesburg, Gerrit Rietveld en Vilmos Huszár. Compositie nr. 8 bevindt zich sinds 1988 in het Kunstmuseum en maakt deel uit van een omvangrijke collectie van werk van Bart van der Leck.

Afmetingen
hoogte 95,0 cm ; breedte 130,0 cm
Materiaal
olieverf op doek
Datum
1917
Objectnummer
0335261
Kunstmuseum Den Haag - langdurig bruikleen Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (collectie Will van Eck-Nieuwenhuizen Segaar)