Ernst Ludwig Kirchner [1880-1938]

Csardasdanseressen

In Csárdásdanseressen van Ernst Ludwig Kirchner (1880-1938) wordt er opgewonden gedanst. Daarmee lijkt deze dans in niets op de Oostenrijks-Hongaarse volksdans de csárdás, die juist heel serieus en ingetogen is. Dit werk is een mooi voorbeeld van hoe Duitse kunstenaars aan het begin van de twintigste eeuw gefascineerd zijn door volkscultuur en niet-westerse landen. Dit is, behalve aan de keuze van het onderwerp, zien aan de manier van schilderen: de vitaliteit en energie van ‘primitieve kunst’ dringt door in de westerse kunst. Misschien heeft Kirchner daarom deze traditionele dans geschilderd als een wilde dans.



In het Duits expressionisme zien we geprononceerde of met kleur aangezette ogen, tepels, geslachtsorganen en monden. De energie spat ervan af: de werken hebben een grote expressieve kracht. Kunstenaars als Kirchner willen niet de zichtbare werkelijkheid weergeven, maar zijn veel meer geïnteresseerd in het blootleggen van de menselijke psyche, met al haar driften en verlangens. Zij vinden dat de leefwijze van niet-westerse volken deze driften en verlangens veel duidelijker openbaart. Het is een gangbare opvatting dat in niet-westerse dans de instincten en emoties de vrije loop worden gelaten. Dit zou bevrijdend werken.



Kirchner voelt zich verbonden met de oorspronkelijke beeldtaal van de primitieve kunst en vooral ook met de idee dat de mens vrij van conventies tot de essentie van zijn creatief vermogen zou kunnen doordringen. Dit is natuurlijk een totaal geïdealiseerde voorstelling van zaken. Toch groeit het zoeken naar een vrije en expressieve kunstvorm uit tot een van de twee pijlers van de twintigste-eeuwse kunst. Opvallend is dat Kirchner vaak veel later zijn werk opnieuw oppakt, zo ook zijn Csárdásdanseressen. In 1908 schildert hij dit werk en ruim twaalf jaar later voegt hij kleur toe aan de kleurvlakken op de achtergrond.



Het Kunstmuseum Den Haag heeft een omvangrijke collectie Duits expressionisme, waarin naast Kirchner ook o.a. Max Pechstein, Karl Schmidt-Rottluff, Erich Heckel en Emil Nolde zijn vertegenwoordigd. Zij waren allen lid van Die Brücke, een expressionistische beweging in de kunst. Ook werken van Der Blaue Reiter behoren tot de collectie, o.a. van Wassily Kandinsky, Franz Marc, August Macke en Alexej von Jawlensky.

Afmetingen
hoogte 149,9 cm ; breedte 199,5 cm
Materiaal
olieverf op doek
Datum
1908: eerste staat
1920: tweede staat
Plaats vervaardiging
eerste staat vervaardigd in Dresden (Duitsland), tweede staat in Frauenkirch (Zwitserland)
Objectnummer
0333152
Kunstmuseum Den Haag