Kunstmuseum Den Haag heeft een schatkamer van meer dan 160.000 kunstwerken. Hier werken we aan de online ontsluiting van de hoogtepunten uit deze collectie.
BESCHRIJVING
Vernieuwde voet en stam, d.m.v. zilveren band verbonden met schijf en hoge conische kelk. Kelk gegraveerd met het portret van Frederik Willem, keurvorst van Brandenburg (1620-1688) en zijn gekroonde wapen, boven een heuvelachtig landschap met stadsgezicht en een gestileerde draperie. Gesigneerd en gedateerd op kelk: "CfM 1659"
COMMENTAAR
Het fluitglas met het portret van de Grote Keurvorst Frederik Willem van Brandenburg uit 1659 past bij een kleine reeks vergelijkbare fluitglazen, door meester CM gegraveerd met portretten van de jonge prins Willem III (1657 en ongedateerd) en zijn tante prinses Louise Henriëtte (1655), zie Collectie Guépin 1989, nr. 38; Ritsema van Eck 1995, nr. 26, Van Gelder 1917, p. 6.
Het portret van Frederik Willem, naar een gravure van Cornelis Visscher van een schilderij van Gerard van Honthorst uit 1649, is door CM ook uitgevoerd op een kelkglas uit 1658 in de The Art Institute Chicago, samen met de portretten van keizer Leopold I en de vier wereldlijke keurvorsten van Brandenburg, de Pfalz, Beieren en Saksen (Klesse 1996; signatuur waarschijnlijk weggevallen bij breuk voet). In de gedetailleerde weergave van de gezichten, haardracht en (in het geval van de fluiten) onder het portret afsluitende decoratie van draperieën is sprake van een grote gelijkenis. De beeltenis van de Grote Keurvorst is ook door een andere, onbekende graveur op een fluitglas vastgelegd dat zich bevindt in het Amsterdams Historisch Museum (Vreeken 1998, nr. 140). De kwaliteit van het werk van CM wordt duidelijk als het portret op het Haagse fluitglas wordt vergeleken met dat in Amsterdam (zie ook Klesse 1996, p. 1977). Ook de weergave van het wapen en het stadsgezicht onder het portret illustreren de vaardige hand van CM.
De keurvorst was gehuwd met Louise Henriëtte, oudste dochter van Frederik Hendrik en Amalia, en een oom en voogd van de in 1650 geboren Willem III. In het jaar dat het glas is gemaakt, 1659, startte de officiële opvoeding van Willem III in Leiden. De prins werd daar op 4 november 1659 plechtig ontvangen en nam zijn vertrek in het Prinsenhof. 's Avonds was er een groot feestmaal (Lunsingh Scheurleer, Fock, Van Dissel II, 1987, p. 217). Deze gebeurtenis zou een goede aanleiding kunnen zijn voor de bestellling van een portretglas van zijn voogd. Volgens Van Gelder verwierf het Kunstmuseum vóór 1931 op een veiling nog een bijzonder fraai gegraveerd fluitglas door fCM gesigneerd en gedateerd 1663 met een voorstelling van Diana op de jacht, wederom met identieke draperieën (Van Gelder 1931, afb. 3, p. 262; zie ook Smit 1994, nr. 135.42). Het is onbekend wat er met dit glas is gebeurd. Het was in elk geval in 1962 niet meer in de collectie aanwezig, omdat het niet is opgenomen in Jansen 1962.
VERVAARDIGING
De graveur met de signatuur fCM heeft op zeer hoog niveau glazen gedecoreerd met uiteenlopende onderwerpen, waaronder een aantal portretten van vorstelijke figuren. Gezien zijn opdrachtgevers zou CM in Den Haag kunnen hebben gewerkt. Zijn werk oogt in tegenstelling tot de gravures uit de eerste helft van de zeventiende eeuw minder transparant, is met een vaste hand opgebouwd uit veel kleine krasjes, zonder omtreklijnen en met een fijnzinnige gevoel voor diepte en detail. De signatuur komt voor op dertien glazen, zowel roemers en fluitglazen als kelkglazen, die zich bevinden in het Rijksmuseum Amsterdam, het Amsterdams Historisch Museum, het Koninklijk Huisarchief, het Kunstmuseum Den Haag en in een viertal onbekende collecties (zie Smit 1994, p. 93, onder M(fcM); Ritsema van Eck 1995, nr. 24-26; Vreeken 1998, nr. 134 en 136; Ritsema van Eck 1980, p. 165-166). Het vroegste glas is 1644 gedateerd, het laatste 1663. De letters van de signatuur zijn in het verleden gelezen als CJM voor Christoffel Jansz. Meier (Van Gelder 1917), CFM (Hudig 1926 b, p. XX, reprint p. 9) en fcM voor fecit M (Ritsema van Eck 1995, p. 470; Collectie Guépin 1989, nr. 38; Smit 1994, p. 93). Smit suggereert in 1994 en 1995 dat de onbekende meester CM of M dezelfde zou zijn als C(A)C Molen, wiens signatuur op een fluitglas in kasteel Zuylen is gegraveerd (Liefkes 1989, nr. 6). Gezien de grote stilistische verwantschap in graveren sluit B. Klesse zich hierbij aan en wijst bovendien op de verwante wijze waarop de decoraties op de door fCM en CCMolen gesigneerde hoge fluitglazen aan de onderzijde worden afgesloten met stijf weergegeven consoles, kwasten, draperieën of festoenen (zie Klesse 1996). Het motief van een bol, waarnaast twee halfrond eindigende ornamenten en de weergave van het landschap met bomen op het glas van Molen komen bovendien overeen met andere fCM gesigneerde gravures (zie bijvoorbeeld Ritsema van Eck, 1995, nr. 25; Vreeken 1998, nr. 134).
BRON
Pijzel-Dommisse, Eliëns 2009
J. Pijzel-Dommisse, T.M. Eliëns, cat. tent. Glinsterend Glas. 1500 jaar Europese Glaskunst. De collectie van het Gemeentemuseum Den Haag, Zwolle/Den Haag (Gemeentemuseum Den Haag) 2009, nr. 260
Vermelde literatuur/referenties:
Collectie Guépin 1989
The Guépin collection of 17th and 18th century Dutch glass, veilingcatalogus Christie's Amsterdam, 5 juni 1989
Van Gelder 1917
H.E. van Gelder, 'Christoffel Jansz. Meier, glasgraveur'. in: Oud Holland 35 (1917), p. 118-124
Van Gelder 1931
H.E. van Gelder, 'Oud-Hollandsch versierd glas', in: Mededeelingen II (1931), p. 259-268
Hudig 1926 b
F. Hudig, 'Diamond engraving', in: W. Buckley, European glass, Londen 1926, p. 14-34; ook verschenen als reprint met de title An essay on Dutch Glass Engravers, Plymouth 1926
Klesse 1996
B. Klesse, 'Zum Diamantreißer "M", Ein unbekanntes Meisterwerk', in: Weltkunst 17 (1996), p. 1974-1977
Liefkes 1989
J.R. Liefkes, cat. tent. Glaswerk uit drie Utrechtse kastelen, Slot Zuylen, Kasteel Amerongen, Kasteel Sypesteyn, Oud Zuilen 1989
Lunsingh Scheurleer, Fock, Van Dissel II, 1987
Th. H. Lunsingh Scheurleer, C.W. Fock, A.J. van Dissel, Het Rapenburg. Geschiedenis van een Leidse gracht, dl. II, Leiden 1987
Ritsema van Eck 1980
P.C. Ritsema van Eck, 'Drie glazen uit het museum van het Koninklijk Huisarchief', in: Nederlands Kunsthistorisch Jaarboek 31 (1980), p. 161-168
Ritsema van Eck 1995
P.C. Ritsema van Eck, cat. Glass in the Rijksmuseum, II, Zwolle/Amsterdam (Rijksmuseum) 1995
Smit 1994
F.G.A.M. Smit, A concise catalogue of European line-engraved glassware 1570-1900, Peterborough (ongepubliceerd manuscript) 1994
Vreeken 1998
H. Vreeken, cat. Glas in Amsterdams Historisch Museum en Museum Willet-Holthuysen, Amsterdam (Amsterdams Historisch Museum/Zwolle) 1998