Kunstmuseum Den Haag heeft een schatkamer van meer dan 160.000 kunstwerken. Hier werken we aan de online ontsluiting van de hoogtepunten uit deze collectie.
BESCHRIJVING
Klokvormige voet met neerwaartse, omgeslagen rand. Stam met holle nodus staat in open verbinding met centrale holle buis. Op de nodus drie gewafelde verbindingsstukken naar bodem kelk en drie glasnoppen, waarvan één doorboord naar nodus. Klokvormige kelk met gekartelde glasdraad en gladde, spiraalsgewijze draad. Op de buis een tweede buis met twee gekartelde glasdraden, bekroond door een hol geblazen liggend hert met geopende bek en ogen van blauw glas.
BESCHRIJVING
Het fopglas bestaat uit twee delen die op elkaar zijn geschoven. Door de plaatsing van de buis met het hert is het onmogelijk uit de kelk te drinken. Wel kan men via de bek van het dier wijn opzuigen, maar dit lukt alleen als de luchttoevoer via de opening in de nodus met een vinger is afgesloten. Het basisprincipe van dit type fopglas is al in de zestiende eeuw in Duitstalige landen ontwikkeld. De meer uitgewerkte vorm met het hert is uit later tijd: de meeste voorbeelden worden in de late zeventiende eeuw gedateerd. Een vroeg exemplaar uit de Kunstgewerbemuseum in Keulen kent geen opening in de nodus, waardoor alleen zuigen aan de snuit al tot resultaat leidt: de grap met de luchttoevoer is mogelijk een iets latere ontwikkeling van dit fopglas, zie Charleston, Archer 1977, p. 221. Een glas, waarbij een zeer vergelijkbaar hert in de stam is verwerkt, is vervaardigd in Nové Hrady (Drahotová 1981, fig. 8). Omdat het glas van de kelk een iets andere tint heeft dan het hert, is het fopglas in het Kunstmuseum mogelijk later uit twee delen samengesteld.
COMMENTAAR
Naast het gezamenlijk drinken uit ringelbekers, pasglazen of grote bierbekers als duimglazen en Humpen zijn in de landen ten noorden van de Alpen vele andere drinkspelletjes uitgedacht, waarbij men elkaar onder grote hilariteit voor gek wist te zetten. Bij het drinken uit fopglazen was de kans groot dat de inhoud niet in de mond terechtkwam, maar over de kleding werd uitgegoten. Talrijk zijn drinkglazen en flesjes in de vorm van dieren, jachthoorns en pistolen. Zij werden zowel in Murano als in andere Europese glashuizen geblazen, mogelijk in de wat kleinere werkplaatsen. Exemplaren hiervan zijn als bodemvondst ook in Nederland aangetroffen, Henkes 1994, p. 278, nr. 58.7-58.12. Zie voor het fenomeen feest- en schertsglazen Duysters 2002, p. 111-114
BRON
Pijzel-Dommisse, Eliëns 2009
J. Pijzel-Dommisse, T.M. Eliëns, cat. tent. Glinsterend Glas. 1500 jaar Europese Glaskunst. De collectie van het Gemeentemuseum Den Haag, Zwolle/Den Haag (Gemeentemuseum Den Haag) 2009, nr. 173
Vermelde literatuur/referenties:
Charleston, Archer 1977
R.J. Charleston, M. Archer, Glass and enamels. The James A. de Rotschild Collection at Waddesdon Manor, Londen/Fribourg 1977
Drahotová 1981
O. Drahotová, 'Identifying Glass from the Buqouy Glass factory at the Nové Hrady Estate (Gratzen) in the seventeenth century', in: Journal of Glass Studies 23 (1981), p. 46-55
Duysters 2002
K. Duysters, cat. Facetten van Glas. De glascollectie van het Historisch Museum Arnhem., Arnhem (Historisch Museum) 2002
Henkes 1994
H. E. Henkes, Glass zonder glans. Vijf eeuwen gebruiksglas uit de bodem van de Lage Landen 1300-1800, Rotterdam (Rotterdam Papers 9) 1994