Kunstmuseum Den Haag heeft een schatkamer van meer dan 160.000 kunstwerken. Hier werken we aan de online ontsluiting van de hoogtepunten uit deze collectie.
Tweede van rechts op de foto
BESCHRIJVING
Gewelfde voet, slanke balusterstam met knopen, met langgerekte luchtbellen. Conische kelk met afgeronde basis, gegraveerd met het gekroonde wapen van Oranje , in een cartouche met band- en ruitwerk, twee leeuwen als schilddragers.
VOORSTELLING
Terwijl in de zeventiende eeuw het wapen van de stadhouder en eventueel hun echtgenotes met de diamantstift op glazen werd gegraveerd, werd in de achttiende eeuw daarvoor de radgravure gebruikt. Van deze wapenglazen zijn veel exemplaren bewaard die zeer wisselend van kwaliteit zijn gegraveerd. Ook de samenstelling van het wapen met of zonder Orde van de Kousenband, schilddragende leeuwen en begeleidende teksten verschilt, wat soms kan leiden tot nadere dateringen. Alleen monogrammen voldeden eveneens. In Den Haag zal het toedrinken van de Oranjes ongetwijfeld steeds meer hebben plaatsgevonden dan in Amsterdam. De Haagse Schutters bijvoorbeeld hadden in 1772 in de St. Sebastiaans Doelen een hele reeks Oranjeglazen in de kast staan om hun geliefde erfstadhouder en familieleden toe te drinken: van de van erfstadhouder, vier van hare hoogheid de prinses van Oranje, vier van de prins en prinses van Nassau-Weiburg, vier van de hertog van Brunswijk (Bredius 1881, p. 30). Ook uit rekeningen van de schutters blijkt geld te zijn uitgegeven aan Oranjeglazen; in 1747, het jaar waarin Willem IV het stadhouderschap aanvaardt, aan 'Juffr. Tonnius voor 4 bocaellen met de wapen van H. Doorl. Hoogheeden, 25 gulden' en in 1751 aan 'G. Schot voor een Engelsche bocael met het wapen van Hare Kon. Hoogh, 4 gulden 10 stuivers (Bredius 1881, p. 309; Servaas van Rooyen 1908, p. 42). Mogelijk is een aantal van deze Oranjeglazen terechtgekomen in het Kunstmuseum, maar dat is helaas niet te bewijzen. Zie over heraldiek op glazen in het algemeen en Oranjeglazen Duysters 2002, p. 211-212, 227-229; over het uitbrengen van een heildronk in de politieke sfeer in Amsterdam: De Roever 1998.
BRON
Pijzel-Dommisse, Eliëns 2009
J. Pijzel-Dommisse, T.M. Eliëns, cat. tent. Glinsterend Glas. 1500 jaar Europese Glaskunst. De collectie van het Gemeentemuseum Den Haag, Zwolle/Den Haag (Gemeentemuseum Den Haag) 2009, nr. 305
Vermelde literatuur/referenties:
Bredius 1881
A. Bredius, 'De kunstschatten der voormalige Haagsche Schutterij', in: Kunstbode 3 (1881), p. 305-312
Duysters 2002
K. Duysters, cat. Facetten van Glas. De glascollectie van het Historisch Museum Arnhem., Arnhem (Historisch Museum) 2002
De Roever 1998
M. de Roever, 'Coronato Baccho. Gelegenheidsglazen in de stedelijke cultuur', in: H. Vreeken, cat. Glas in het Amsterdams Historisch Museum en Museum Willet-Holthuysen, Amsterdam (Amsterdams Historisch Museum)/Zwolle 1998, p. 35-51
Servaas van Rooyen 1908
A.J. Servaas van Rooyen, Catalogus der geschied- en oudheidkundige voorwerpen van het Gemeentemuseum van 's-Gravenhage, Den Haag (Haags Gemeentemuseum) 1908