Art Nouveau

Tegen het einde van de negentiende eeuw werden veel kunstenaars gedreven door het idee dat voor de nieuwe, twintigste eeuw een nieuwe vormentaal nodig was. Ze wilden breken met de gewoonte om historische stijlen na te volgen en gingen op zoek naar een nieuwe, eigentijdse stijl.

In de Nederlandse Art Nouveau, die rond 1900 uit dit verlangen voortkwam, zijn twee hoofdstromingen te onderscheiden. Een groep kunstenaars streefde naar een sierlijke, elegante vormgeving, met rijke decoratie, veelal gebaseerd op gestileerde vormen uit de natuur. Hun inspiratiebron vonden zij in de internationale Art Nouveau, vooral die uit Frankrijk en België. Deze ‘versierende’ stroming had haar aanhangers veelal in Delft en Den Haag. De vertegenwoordigers van de andere stroming hielden van soberheid en strakke vormen. Decoratie gebruikten zij vooral om de constructie van het voorwerp te benadrukken. Deze ‘rationele of constructieve’ stroming had haar aanhangers in en om Amsterdam. Vaak werden elementen uit beide stromingen gecombineerd. Wat al deze kunstenaars bond was de overtuiging dat goede vormgeving een belangrijke voorwaarde was voor een betere maatschappij: schoonheid was voor hen een ‘levensnoodzaak’.

Bekijk alles onder Art Nouveau