Een schat aan schetsboeken

In 1935 ontvangt het Kunstmuseum een bijzondere schenking van 93 schetsboeken van Isaac Israels (1865-1934). Als zoon van Jozef Israels, nestor van de Haagse School, is Isaac aan het einde van de negentiende eeuw de grote schildersbelofte van zijn generatie. Maar Israels’ schetsboeken tonen vooral zijn uitzonderlijke talent voor tekenen. Ruim tachtig jaar na de schenking heeft het Kunstmuseum deze schetsboeken blad voor blad gedigitaliseerd.

Het doorbladeren van een schetsboek kan voelen als het lezen van een dagboek. Dat geldt zeker voor de tekeningen van Israels. Rond 1886 verhuisde hij naar Amsterdam. Het leven in de stad legde hij vast in duizenden schetsen. De boekjes, variërend van zakformaat tot grote bladen, hebben vieze en verkreukte kaften. Voor de kunstenaar golden ze dan ook vooral als gereedschap, als geheugensteun en oefening ineen. Met de tekeningen in potlood, krijt, houtskool en soms ook waterverf probeerde Israels de essentie van zijn onderwerpen te vatten. De schetsboeken vormden daarmee een onmisbaar onderdeel van Israels’ scheppingsproces.

In 1891 ontving Isaac Israels officieel toestemming om ook in de straten van Amsterdam te schilderen, met de kanttekening dat hij bij enige overlast door de politie kon worden verwijderd. De meeste kunstenaars huurden liever een leegstaande kamer om vanuit het raam in alle rust de straat vast te leggen op het doek. Voor tekenen is geen toestemming nodig, bovendien kan het snel en onopvallend, als je talent hebt. Over de schouder van de kunstenaar kijken we mee naar zijn bezoekjes aan Circus Carré, het Concertgebouw en aan volkse kroegen en cafés. Mooi uitgewerkte tekeningen, snelle krabbels, hier en daar een kindertekening of een korte notitie. Dansende vrouwen weet Israels in een aantal zwierende lijnen te vangen. Meer nog dan zijn schilderijen tonen zijn tekeningen de dynamiek van het stadsleven.

Een deel van de schetsboeken is nu te zien in de tentoonstelling ‘Rumoer in de stad. De schilders van Tachtig’, tot en met 5 november 2017.