Moeders en hun kinderen

Mini-tentoonstelling in quarantainetijd

Käthe Kollwitz (1867-1945), Moeders, 1919, 43,5 x 58,5 cm, litho, collectie Kunstmuseum Den Haag

In het expressionisme gaat het niet meer om het uitdrukken van een uiterlijke werkelijkheid, maar van een innerlijke waarheid. Dit stelt Paula Modersohn Becker en Kathe Kollwitz in staat om het moederschap in al haar facetten als onderwerp van hun kunstenaarschap te nemen. Met hun grensverleggende werk markeren ze een beginpunt van een reeks kunstenaars in de twintigste en eenentwinstige eeuw die dat ook doet zoals Alice Neel, Marlene Dumas en Chantal Joffe. 

Het expressionisme waar het niet meer gaat om het uitdrukken van een uiterlijke werkelijkheid, maar van een innerlijke waarheid, geeft hen de mogelijkheid hiertoe. Hun verbeelding van het moederschap wordt, zeker in het geval van Modersohn Becker, als grensoverschrijdend ervaren.

Hoe trefzeker zij ook in haar werk is, privé twijfelt ze continu. Als ze in Parijs is, verlangt ze naar haar man [de kunstenaar Otto Modersohn] en een gezinsleven, maar als ze thuis is, trekt het artistieke Parijse milieu. Zij gebruikt haar schilderijen als een plek waar ze uitprobeert hoe het zou zijn als moeder. Zo maakt ze zwangere naaktportretten van zichzelf terwijl ze niet in verwachting is. Hiermee geeft ze het genre van het naakt een nieuwe invulling, namelijk die van de kracht van het moederlichaam. Tot dan toe was het - erotisch getinte - naakt hoofdzakelijk het terrein geweest van mannen. In Zelfportret met hoed en sluier [1906-1907] uit de collectie van het Kunstmuseum Den Haag zien we Modersohn Becker in volledige harmonie met zichzelf. Paula staat in de schaduw, maar door haar rustige en vastbesloten blik treedt ze er als persoonlijkheid toch uit naar voren. Haar tegenstrijdige verlangens lijken met elkaar in balans te zijn gekomen. Wil ze begin 1906 nog van Otto scheiden, in 1907 – het jaar waarin dit portret is afgemaakt - komen ze weer samen en raakt ze zwanger. Dochter Mathilde wordt op 2 november geboren, maar Modersohn Beckers geluk duurt niet lang. Op 20 november sterft ze aan een embolie.

‘Moeder en kind’ is een centraal thema in het werk van Käthe Kollwitz. Er bestaan talloze prenten van vrolijke tafereeltjes waar moeders en kinderen elkaar omhelzen of een spelletje spelen. In 1914, het eerste jaar van W.O I, komt een van haar zoons, Peter, om tijdens gevechtshandelingen. Het thema ‘moeder en kind’ raakt hierdoor in haar werk totaal verweven met de ellende van oorlog en geweld, een ander belangrijk thema van haar werk. In Moeders uit 1919 zien we een moeder die haar kinderen met haar armen naar haar toe heeft getrokken. Door de manier waarop Kollwitz haar in beeld brengt, wordt duidelijk dat zij niet alleen de sterke kracht is die haar kinderen beschermt, maar dat haar kinderen voor haar net zo goed de boei zijn waar zij op drijft. Bij Kollwitz wordt het moederschap het existentiële onderwerp dat het is. Het geven van leven, gaat uiteindelijk net zo goed over de dood, zo getuigen prenten als Honger en Kindersterven.

Het oeuvre van Marlene Dumas gaat zeker niet alleen over het moederschap, maar het maakt er wel een belangrijk deel van uit. (A kinder) Fear of Babies, 12 prenten van verwrongen baby-gezichtjes, zoals ze eruit zien net na de geboorte, is schatplichtig aan Modersohn Becker en Kollwitz. Hier wordt niet geïdealiseerd, de baby’s zijn onduidelijke schepsels die hun vorm nog moeten gaan vinden. In dit werk zit alles: de angst voor het leven en dood samengevat als angst voor het moederschap die draait om die ene grote vraag: zal ik het wel goed doen? Dumas is duidelijk een kind van Modersohn Becker en Kollwitz die korte metten maakten met de geïdealiseerde verbeelding van het moederschap.

Deze mini-tentoonstelling is samengesteld en geschreven door Laura Stamps, Conservator moderne en hedendaagse kunst.