Mondriaan, De Stijl en Mode


Op maandag 26 juni 2017 houden studenten van het ROC Mondriaan hun jaarlijkse modeshow in het Gemeentemuseum. Geïnspireerd door Piet Mondriaan & De Stijl, hebben zij bijzondere kledingstukken gemaakt. Ook eerdere modeontwerpers vonden de heldere, abstracte beeldtaal van inspiratie voor hun werk. Daarom verkennen we op deze Mondriaan Maandag de relatie tussen Mondriaan, De Stijl en Mode.

Van Avant-Garde…

Hoewel er geen modeontwerpers aan het tijdschrift De Stijl hebben meegewerkt, vertonen de mode en de kunsten in deze periode gelijke interesses. De abstracte, grafische vormgeving vindt zijn weg naar zowel de schilderkunst en architectuur, als de toegepaste kunst en de mode. In de eerste helft van de jaren twintig is de vrouw van De Stijl oprichter Theo van Doesburg, pianiste Nelly van Doesburg, een heus mode-icoon. Zij draagt de nieuwste ontwerpen, soepel vallende jurken geconstrueerd uit gekleurde lappen in geometrische vormen.

… tot warenhuis.

Waar dit eerst avant-garde is, wordt er al snel naar mogelijkheden tot grotere productie gezocht. De directeur van het Amsterdamse modehuis Metz, Joseph de Leeuw, zoekt samenwerking met moderne kunstenaars en vormgevers om vooruitstrevende producten te maken: kleding, meubels en textiel. Zo werkt hij met Sonia Delaunay, modeontwerper en textielvormgever, Gerrit Rietveld, voor makkelijk reproduceerbare meubels, en Bart van der Leck, voor tapijten, keramiek en sieraden.

Mondriaans visie op mode

Naast schilder is Mondriaan ook een fervent schrijver van teksten waarin hij probeert zijn visie op zijn kunst onder woorden te brengen. In 1931 is hij hier zo druk mee bezig, dat hij maar drie schilderijen voltooit. Rond die tijd schrijft hij een artikeltje voor het huisblad van Modehuis Heim in Parijs. Voor het huisblad heeft dit modehuis een aantal kunstenaars uitgenodigd om te schrijven over de relatie tussen de nieuwste mode en de nieuwste kunst. Op 3 september 1931 verschijnt het nummer van Revue Heim, waarin 17 kunstenaars hun visie op mode en kunst schreven. Mondriaan stelt het te betreuren dat de mode terugkeert naar de natuurlijke verschijningsvormen. De golvende vormen van het lichaam moesten, volgens hem, juist een tegenstelling vinden in strakke lijnen en aaneengeschakelde vlakken.

Mode in het atelier

In het najaar van 1940 vertrekt Mondriaan naar de Verenigde Staten, op de vlucht voor de oorlogsdreiging op het Europese continent. Na zijn overlijden in 1944, wordt Mondriaans New Yorkse atelier nog een tijdje in stand gehouden door zijn goede vriend Harry Holtzman. Zo kan fotograaf Fernand Fonssagrives een modereportage in het atelier maken voor het blad Town and Country. De modellen poseren in de laatste avondmode ten midden van de schilderijen, meubels en andere parafernalia die nog in het atelier zijn te vinden. Ook worden in de jaren die volgen met grote regelmaat modereportages gepubliceerd in bladen als Vogue en Harper’s Bazaar, waarin niet alleen de modellen in de nieuwste modetrends, maar ook latere schilderijen uit Mondriaans oeuvre schitteren.

Iconische jurk

Niet alleen tijdens zijn leven, maar ook na zijn dood blijft Mondriaans ‘signature-style’ een inspiratiebron voor modeontwerpers, met als bekendste voorbeeld Yves Saint-Laurents Mondrian Dress (1965). De ontwerpen veroorzaken een interessante dynamiek. Enerzijds, doordat Mondriaans werk een herkenbare inspiratiebron is, krijgen de jurken een artistieke allure. Anderzijds, door de enorme media-aandacht voor, en populariteit van, de jurken vergaart Mondriaans kunst ineens een veel groter publiek.

Van Hollandse bodem

De jurken zijn een doorslaand succes. Hoewel de jurken duidelijk op Mondriaans werk zijn geïnspireerd, nemen maar weinig ontwerpers een specifiek schilderij als uitgangspunt. De meesten beginnen bij de beeldelementen van primaire kleuren, en horizontale en verticale lijnen, en komen daarmee tot een eigen ontwerp. Een bekend voorbeeld is de Nederlandse ontwerper Peter Rozemeijer (1947-1987), van wie het Gemeentemuseum een aantal stukken in de collectie heeft, die begin jaren tachtig van de vorige eeuw op deze wijze tot ontwerpen voor mantels en jurken komt.