22-06-2022

Interview met Boris Witlox


Een bijzonder moment: het Kunstmuseum en Rabobank bundelen de krachten voor het oprichten van het ‘Kunstmuseum stagebureau’ voor mbo-studenten uit Den Haag en de regio. Het museum heeft de ambitie structureel stageplekken aan te bieden aan studenten van het beroepsonderwijs, verspreid over verschillende museumafdelingen. De komende maanden wordt het plan uitgewerkt en nieuwe stageplekken gecreëerd, zodat er op korte termijn meerdere vacatures online gezet kunnen worden. Wordt vervolgd!

En als je wilt weten waarom het Kunstmuseum zich hard maakt voor het stagebureau, lees dan het interview met mbo-student Boris Witlox, die de afgelopen maanden stage liep bij Kunstmuseum Den Haag op de afdeling Mode.

Interview met Boris Witlox
“Of ik wist wat een curator was? Haha, nee volgens mij niet. Maar dat leggen ze je wel uit.” Boris Witlox volgt de opleiding Specialist mode/maatkleding op het Mondriaan Den Haag, niveau 4 en volgde een stage bij het Kunstmuseum Den Haag. Drie maanden, twee dagen per week liep hij rond in ons museum en depot. Hij combineerde de stage met een makerstage op een vakstudio. Inmiddels weet hij alles over hoe je kleding goed bewaart voor de volgende generatie, welke designers ook op de binnenkant letten en dat een curator dus iemand is die de tentoonstelling samenstelt.

Boris: “Voor mij is kwaliteit van de stof misschien wel het allerbelangrijkst. Ik snap eigenlijk niet waarom je kleding zou maken van goedkope stoffen. Al die moeite, en dan is het binnen no-time toch kapot, afgedragen.” Tijdens zijn stage zag hij allerlei soorten stukken. Tijdens het draperen van eeuwenoude stukken op de paspop, het naaien van merkjes en tijdens het inventariseren van de kleding.

Voor een ander klinkt het misschien wel wat stoffig, maar voor een specialist mode/maat in de dop was het te gek. “Ik heb onder andere herenkleding geïnventariseerd, van over alle jaren heen, van alle grote huizen en ontwerpers. Best wel dingen die ik zelf zou kunnen dragen. Je ziet bijzondere stiksels, grappige details en zoveel verschillende stoffen. Dus dat was een soort goudmijn voor mij. Als ik dan iets zag wat ik tof vond, dan kon ik in het label zien wat voor stof het precies was en dan maakte ik er een foto ervan.”

Couture is cool, maar voor kwaliteitsfan Boris moet het ook van binnen goed zitten. “Wat ik heel leuk vind van stagelopen in een museum, is dat je echt een overzicht krijgt van alle belangrijke modehuizen en een inkijkje hoe ze werken. Dat is uniek. Sommige huizen besteden heel veel werk aan de buitenkant, maar aan de binnenkant is het dan niet zo goed afgewerkt. Zo zag ik een rok, waarvan de buitenkant met tule was afgezet. Laag voor laag. Dat moet echt een enorme klus zijn geweest en het is echt prachtig. Alleen aan de binnenkant van het bijbehorende korset zaten dan ijzeren baleinen. Dan denk ik, je kan wel iets meer je best doen om het lekkerder draagbaar te maken voor het model.”

Daarom kreeg hij veel respect voor de werken van Balenciaga voor de aankomende tentoonstelling ‘Meesterlijk zwart’. “Ik heb veel stukken in mijn handen gehad en wat mij opviel was dat de binnenkant van elk stuk is afgewerkt. Ik weet dat dat heel veel tijd kost, omdat je daarbij veel met de hand moet doen en superprecies moet zijn.”

Waar hij trots op is? “Ik vind het heel cool gewoon dat ik in het museum werkte, het hele ding achter het geheel. Iedereen loopt daar in een witte jas rond en je moet je handen heel vaak wassen, om al die stoffen zo goed mogelijk te bewaren. En zo tof dat het erbij staat op mijn CV. Ik wil graag leren in de praktijk, zonder computer, vanuit de stof en juist niet vanuit een ontwerp op het scherm. Bij het Kunstmuseum kreeg ik de theorie, maar dan in de praktijk. Uiteindelijk ben ik twee weken langer gebleven, tijdens mijn vakantie. Ik vond het gewoon te leuk.”


Interview door Anneke Kortleve