Nieuw Parijs bijschriften 3

Brief van Frederic Bazille aan zijn moeder, april 1867

Musee Fabre, Montpellier

Dinsdag [april 1867]

Mijn lieve moeder,

Papa's laatste brief heeft me erg ongelukkig gemaakt, nog meer dan je je kunt voorstellen. Ik heb een paar verdrietige dagen gehad. Maar dat is nu achter de rug; alle gedachten aan een huwelijk in mij hebben een harde klap gekregen. Het zal waarschijnlijk enige tijd duren om daaroverheen te komen. Misschien is het beter dat ik volledig vrij ben om te werken zoals en wanneer ik wil. Dat is precies wat ik nu meer dan ooit doe.

Nu heb ik nog meer slecht nieuws voor je. Mijn schilderijen zijn geweigerd voor de tentoonstelling. Je moet hier niet te verdrietig om zijn, het is helemaal niet ontmoedigend, integendeel zelfs. Ik deel dit lot met alles wat dit jaar echt goed was op de Salon. Op dit moment ondertekenen we een petitie om een tentoonstelling te verzoeken voor de geweigerde werken, en deze petitie wordt gesteund door elke schilder in Parijs die ertoe doet. Maar er zal waarschijnlijk niets van komen.

Hoe dan ook, in de toekomst zal ik me niet meer blootstellen aan deze onaangenaamheden, want ik zal niets meer indienen bij de jury. Het is veel te belachelijk om, als men weet dat men geen ezel is, zich over te leveren aan de grillen van een administratie, vooral als men totaal niet geinteresseerd is in het winnen van medailles of het verkrijgen van prijzen.

Wat ik je hier vertel, wordt door een dozijn getalenteerde jonge kunstenaars net zo gevoeld als door mij. Daarom hebben we besloten om elk jaar een groot atelier te huren, waar we zoveel van onze werken kunnen tentoonstellen als we willen. We zullen de schilders die we bewonderen uitnodigen om ons schilderijen te sturen. Courbet, Corot, Diaz, Daubigny en vele anderen die je misschien niet kent, hebben beloofd werken in te zenden en staan echt achter ons idee.

Met zulke mensen, en met Monet, de beste van ons allemaal, zullen we zeker slagen. Je zult zien, men zal over ons spreken. Als de tentoonstelling voor de geweigerde werken onverwacht toch zou worden toegestaan, zouden we dit jaar niets doen en zou onze groep pas volgend jaar van start gaan. Dat zou mij persoonlijk goed uitkomen. Ik zou dan de tijd hebben om twee of drie grote schilderijen in Montpellier te maken.

Maak je geen zorgen, ik verzeker je dat ik heel redelijk ben. We zitten ontegenzeggelijk in ons recht, dit heeft niets te maken met een kinderachtige opstand. Op dit moment werk ik aan een schilderij van twee levensgrote vrouwen die bloemen rangschikken. lk zal het afmaken wanneer de pioenen in bloei staan. Ik ben er erg op gebrand het klaar te hebben als onze privé-expositie dit jaar doorgaat. Ook zal ik er een portret aan toevoegen dat ik van Monet maak.

Maak je geen zorgen over de Mamignards, ik heb alles geregeld.
Geef me veel details over wat je van plan bent te doen deze lente.

Ik raad je echt af om deze keer te komen. Het is hier al ontzettend druk, dit is geen goed moment om Parijs te bezoeken. Je zou niet weten waar je moet verblijven. Ik denk zelfs dat als Papa komt, het een goed idee zou zijn als hij mijn bed neemt.

Mijn liefs voor jou en mijn neven en nichten, en doe de Gachons mijn hartelijke groeten.
F. Bazille
 

Letter from Frederic Bazille to his mother, April 1867

Musee Fabre, Montpellier

Tuesday [April 1867]

My dear mother,

Papa's last letter made me very unhappy, even more than you can imagine, I have spent some sad days. Now that is behind me, any ideas of marriage in me have received a severe jolt. They will probably take some time to get over. Maybe it is better that I should be completely free to work as and when I please. That is what I am doing more than ever right now.

Now I have some more bad news to tell you. My paintings have been turned down for exhibition. You mustn't get too upset about this, it is not at all discouraging, just the opposite in fact. I share this fate with everything that was any good at this year's Salon. Just now we are signing a petition to request an exhibition for the rejected works, this petition is being supported by every painter in Paris of any worth. However, nothing will come of it.

At all events, there will be no more of this unpleasantness in the future, as I shan't be submitting anything to the judges. It is far too ridiculous when one knows one is not an ass, to be exposing oneself to such whims of administration, especially when one is not at all interested in winning medals or in the awarding of prizes.

What I am telling you here is something a dozen gifted young people feel the same way about as I do. So we have decided each year to rent a large studio where we will exhibit as many of our works as we like. We'll be inviting the painters we like to send us pictures. Courbet, Corot, Diaz, Daubigny and many others that you may not have heard of have promised us to send in paintings, and really approve of our idea. 

With people like that, and Monet who is better than any of them, we are sure to succeed. You'll see they will be talking about us. If by chance the show for the rejected were to be allowed we would not do anything this year, and our circle would not start until next year. I for one would be very pleased. I would have the time to do two or three big paintings in Montpellier. 

Don't you worry yourself, I assure you I am being very reasonable, we are definitely in the right, this has nothing to do with some schoolboy rebellion. At the moment I am painting a picture of two lifesize women arranging some flowers. I shall finish it when the peonies are out. I am very keen to have it finished if our private exhibition goes ahead this year. I will also send to it a portrait I am doing of Monet.

Never fear for the Mamignards, I have arranged everything.
Give me plenty of details about what you are planning to do this spring.

I would really advise against coming this time. There is already a huge crush, it is not a good time to see Paris. You wouldn't know where to stay, I even think if Papa comes, it would be a good idea for him to come and take my bed.
My love to you and to my cousins, give my best regards to the Gachons.

F. Bazille