28 september 2013 t/m 05 januari 2014

De anatomische les

Van Rembrandt tot Damien Hirst

De anatomische les

De menselijke anatomie is een onuitputtelijke bron voor de wetenschap, maar ook voor de kunst. Al eeuwenlang is het menselijk lichaam en de ontleding ervan een gewild onderwerp onder kunstenaars. Gedreven vanuit de fascinatie voor het menselijk lichaam en de honger naar kennis wist men dat alleen door werkelijk binnenin het lichaam te kijken, de anatomie te doorgronden was. Het Gemeentemuseum Den Haag organiseert een unieke tentoonstelling over De anatomische les waarbij zeventiende-eeuwse meesters worden getoond samen met internationale moderne en hedendaagse topkunstenaars. Voor het eerst worden alle tien anatomische lessen die in de zeventiende eeuw in Nederland zijn vervaardigd bij elkaar gebracht, waarvan zeven in bruikleen zijn uit de collectie van het Amsterdam Museum. Deze tentoonstelling is alleen nu mogelijk omdat het schilderij De anatomische les van Dr. Nicolaes Tulp van Rembrandt uit de collectie van het Mauritshuis zich in het Gemeentemuseum bevindt. In het najaar van 2013 kan de bezoeker als het ware onder de menselijke huid kruipen in kunstwerken van Rembrandt tot Damien Hirst.

De ontleedkunde van het Chirurgijnsgilde uit de zeventiende eeuw staat symbool voor het innovatieve karakter van Nederland in de Gouden Eeuw. Ook burgers konden tegen betaling meekijken naar de menselijke ontledingen in het Theater Anatomicum. Wetenschap, kunst en koopmansgeest gingen samen en zorgden voor een ongekende periode van bloei. Maar misschien wel het allerbelangrijkste: de schilderijen markeren het begin van de empirische wetenschap. Voor het eerst komen mensen in Europa los van het allesomvattende idee van God. De Bijbel is niet langer de verklaring voor alles. De mens ging op zoek naar de tastbare werkelijkheid en zo werd het lichaam binnenstebuiten gekeerd.

In de tentoonstelling zijn ook objecten te zien uit de geschiedenis van de medische wetenschap. Naast chirurgische instrumenten zal ook het wereldberoemde preparaat ‘Kind met de Turkse muts’ van het Universitair Medisch Centrum Utrecht worden getoond. Dit is een belangrijk preparaat, vermoedelijk gemaakt door Frederik Ruysch omstreeks 1700. De collectie preparaten van Ruysch werd aangekocht door Peter de Grote, de Tsaar van Rusland. Om die reden is deze collectie, die is ondergebracht in de Hermitage in St. Petersburg, moeilijk toegankelijk.

De imperfectie of het falen van het menselijk lichaam, de verhouding tussen lichaam en geest, de macht van de medische wereld en de magie van de doorsnijding zijn onderwerpen die in de moderne en hedendaagse component van de tentoonstelling aan de orde komen. De line-up is indrukwekkend, met namen als Atelier van Lieshout, Francis Bacon, Berlinde De Bruyckere, Matthew Day Jackson, Lucio Fontana, Mona Hatoum, Paul Thek, Marc Quinn en de eerder genoemde Damien Hirst. Met name de wrijving tussen het goddelijke en het aardse wordt zichtbaar. Zo is er van Hirst de installatie Sometimes I Avoid People te zien, bestaande uit twee glazen vitrines en gascilinders. Het is een manier om het moderne sterven zichtbaar te maken: een verborgen activiteit, die plaatsvindt achter de gesloten deuren van ziekenhuiskamers en waarvan de gevolgen snel en efficiënt worden weggewerkt.

De Nederlandse en internationaal vermaarde beeldhouwer Folkert de Jong vervaardigt speciaal voor deze tentoonstelling een omvangrijke installatie die gebaseerd is op het idee van het Theater Anatomicum. In de installatie The Primacy of Matter over Thought wordt de bezoeker in het hart van de tentoonstelling in het centrum van een ruimte geplaatst waar hij zich bewust wordt van de kwetsbaarheid van zijn eigen bestaan. Folkert de Jong neemt het theater als uitgangspunt om vragen te stellen over de machtsverhouding tussen kunstwerk, kunstenaar en kijker. Oftewel de daad, de dader en de getuigen.

De tentoonstelling is een samenwerking met de volgende Nederlandse musea; het Amsterdam Museum, het Mauritshuis in Den Haag, Museum Boerhaave in Leiden en Museum Het Prinsenhof in Delft. Daarnaast wordt bij de realisatie van het project ook samengewerkt met medische instellingen; het Universitair Medisch Centrum Utrecht, het Academisch Medisch Centrum in Amsterdam en het Medisch Centrum Haaglanden. De installatie van Folkert de Jong wordt mogelijk gemaakt door het Mondriaan Fonds.

Deze tentoonstelling wordt mede mogelijk gemaakt door farmaceutisch bedrijf Roche Nederland.

Bij de tentoonstelling verschijnt een rijk geïllustreerde catalogus met bijdragen van Doede Hardeman, Tim Huisman, Norbert Middelkoop en Laura Stamps (Uitgeverij Thoth, paperback € 19,95 en hardcover € 24,95).