08 oktober 2011 t/m 04 maart 2012

Rechte stoelen, rechtschapen burgers

Wonen volgens 't Binnenhuis (1900-1929)

Persbeeld tentoonstelling Rechte stoelen, rechtschapen burgers

In 1900 opende een van de eerste ‘design’-winkels van Nederland zijn deuren. ’t Binnenhuis van H.P. Berlage en Jac. van den Bosch aan het Rokin in Amsterdam was erg populair bij de gegoede burgerij, wonend in de grachtengordel, Oud-Zuid of het Gooi. In de tentoonstelling Rechte stoelen, rechtschapen burgers staat deze welvarende klantenkring centraal. Wat kochten zij en hoe maken deze Binnenhuismeubels vandaag de dag nog deel uit van het interieur van hun erfgenamen? Fotograaf Johannes Schwartz (1970), een van Nederlands vertegenwoordigers op de Biënnale van Venetië dit jaar, legde dit vast in een prachtige serie.

De vernieuwende vormgeving van ‘t Binnenhuis was een goed alternatief voor ieder die zijn huis niet in wilde richten met golvende art-nouveaustoelen of industrieel vervaardigde meubelen. De Binnenhuis stoelen, tafels en kasten waren sober en strak van vorm, eerlijk en ambachtelijk van uitvoering.

Daarnaast hadden de oprichters van de woonwinkel ook een sociaal-maatschappelijk ideaal; ze wilden goed ontworpen gebruiksvoorwerpen voor grote groepen mensen beschikbaar maken. Hoewel ze veel maatschappelijk geëngageerde klanten hadden, zoals de socialisten Henri Polak en Floor Wibaut, behoorden dezen tot de bovenlaag van de samenleving. Door de hoge kostprijzen en door het ontwerpen in particuliere opdracht bleef ’t Binnenhuis toch vooral een elitaire aangelegenheid. De firma leverde geen stoelen voor de arbeider, maar wel voor de welgestelden die zich het lot van de arbeider aantrokken.

De ‘moderne’ woonstijl van ’t Binnenhuis was vooral een Hollandse stijl die zijn wortels had in de Gouden Eeuw. Dit maakte de winkel populair bij liefhebbers van antiek en bij de nazaten van regenten en patriciërs die de meubels goed konden combineren met antieke erfstukken. De familie Fentener van Vlissingen en de historicus Johan Huizinga bijvoorbeeld waren in de eerste jaren van ’t Binnenhuis een belangrijke klant.

Ook de gloeilampfabrikanten Anton en Gerard Philips uit Eindhoven wisten de weg naar Amsterdam te vinden. Zij kochten meerdere meubels bij Berlage en Van den Bosch en gaven verschillende opdrachten voor de meubilering van hun beider villa’s. Hun hypermoderne gloeilampen lieten zij monteren in handgesmede armaturen van ’t Binnenhuis.

Fotograaf Johannes Schwartz maakte ter gelegenheid van deze tentoonstelling een intrigerende reportage van Binnenhuismeubels in hedendaagse interieurs. Deze foto’s zijn het uitgangspunt van de tentoonstelling. Zij brengen in beeld hoe de kasten, tafels en stoelen tegenwoordig nog door de erfgenamen van toenmalige klanten worden gebruikt.

Bij de tentoonstelling verschijnt een rijk geïllustreerde publicatie geschreven door Yvonne Brentjens, die tevens de samensteller van de expositie is. (W Books € 39,95).