25 maart 2023 t/m 20 augustus 2023

Vlaams expressionisme

Heerlijke herinneringen


Op het Vlaamse platteland lijken na de Eerste Wereldoorlog de roaring twenties op het eerste gezicht ver weg. Maar wie goed luistert hoort de jazz over de rivier de Leie schallen... De moderne wereld dringt steeds meer door, ook in de schilderijen van Gustave De Smet (1877-1943) en Frits Van den Berghe (1883-1939). Zij behoren tot de belangrijkste schilders van wat in de jaren 1920 het 'Vlaamse expressionisme' wordt genoemd, en brengen de moderne figuratieve schilderkunst in België tot een hoogtepunt. Hun individuele oeuvres zijn eigenzinnig maar vertonen samenhang in stijl en visie, zoals de vereenvoudiging van vormen, een sterke nadruk op het landelijke en simpele en een uitgesproken geestigheid. In Kunstmuseum Den Haag staat vooral dit kleurrijke en ondeugende karakter van de Vlaamse expressionisten centraal. De tentoonstelling Vlaams expressionisme - Heerlijke herinneringen geeft tegelijkertijd een overzicht van de Belgische schilderkunst aan het begin van de 20ste eeuw, met naast schilderijen van Gustave De Smet en Frits Van den Berghe ook werken van onder meer Jozef Cantré (1890-1957), Constant Permeke (1886-1952) en Edgard Tytgat (1879-1957).

Aan het einde van de 19de eeuw bestaat er in België een vooruitstrevend en internationaal georiënteerd klimaat voor de beeldende kunsten. Hier blijft aan het begin van de 20ste eeuw vreemd genoeg maar weinig van over. Het moderne streven verzandt tot een aantrekkelijk, maar niet meer vernieuwend 'luminisme': lichte onderwerpen, vluchtig geschilderd en in prettige zachte tinten. Emile Claus (1849-1924) is de belangrijkste vertegenwoordiger, maar ook Van den Berghe en De Smet werken in eerste instantie op deze manier. Pas wanneer zij tijdens de Eerste Wereldoorlog naar het neutrale Nederland vluchten komen zij daadwerkelijk in aanraking met het internationale modernisme. Het duurt niet lang voordat zij deze invloeden in hun eigen werk verwerken.

Eenmaal terug in België, vanaf de jaren 1920, ontdekken de kunstenaars dat hun oude vriend, de schilder Constant Permeke (1886-1952), en andere schilders een vergelijkbare ontwikkeling door hebben gemaakt. In de dorpen langs de Leie – sinds het einde van de 19de eeuw geliefd bij kunstenaars - treedt de moderne wereld langzaam maar zeker binnen, nu ook via de moderne kunst. De kunstenaars ontmoeten elkaar in de villa van de veelzijdige kunstpromotor Paul-Gustave Van Hecke (1887-1967). Het is in deze periode dat de term ‘Vlaams expressionisme’ ontstaat.

Vlaams expressionisme
Vanuit hedendaags standpunt gezien, lijkt de term Vlaams expressionisme misschien wat ongelukkig gekozen omdat het direct de associatie met het expressionisme oproept. De term 'expressionisme' wordt aan het begin van de 20ste eeuw echter regelmatig gebruikt voor allerlei vormen van 'moderne' kunst die anders zijn dan het impressionisme, of in het geval van de Leiestreek, het luminisme van Emile Claus. Denk bijvoorbeeld aan het Duitse expressionisme, maar ook het Franse fauvisme en kubisme, het Italiaanse futurisme of zelfs het begin van de abstracte kunst. In die zin staat expressionisme eerder voor vernieuwende, moderne kunst.

Volksvermaak
Alle hierboven genoemde internationale stijlen of stromingen beïnvloeden de Belgische moderne figuratieve schilderkunst. Zo zijn in de oeuvres van De Smet en Van den Berghe de simplificering van vormen uit het Frans kubisme en de intensiteit van het Duitse expressionisme te herkennen. Wat voor beide kunstenaars een vitale impuls blijkt te zijn, is de ‘volkse’ thematiek van boeren en arbeiders: zij belichamen het pure en eerlijke, maar ook het kluchtige. Vooral in de verpozing vinden de schilders hun onderwerp: de zondagse ontspanning, dorpse taferelen en vormen van modern vermaak en vrijetijdsbesteding. Het grootste deel van de tentoonstelling beslaat de hoogtijdagen van het Vlaamse expressionisme, de jaren 1920, met topstukken zoals De Plezierboot (1925) en De verliefden in het dorp (1925).

Vlaanderen gaat in deze context synoniem staan voor het 'authentieke' leven buiten de grote steden. De Smet en Van den Berghe verwerken het gewone, dagelijkse bestaan tot korte verhalen; geschilderde werelden waarin realiteit, poëzie en heerlijke herinneringen telkens vermengd worden. De kunstenaars bekijken deze wereld met een portie humor en soms wat uit de hoogte – het blijven uiteindelijk stedelingen uit de middenklasse.

Tentoonstelling
In de tentoonstelling zijn circa 100 objecten te zien: voornamelijk olieverfschilderijen, maar ook sculpturen en werken op papier.
Bijzonder is dat het internationale modernisme dat de Vlaamse expressionisten inspireerde, zoals de Duitse expressionisten en Franse kubisten, ruim vertegenwoordigd is in de naastgelegen vaste collectiepresentatie Ontdek het Moderne. Het Vlaams expressionisme is daarmee niet alleen op bezoek maar komt ook thuis in het Kunstmuseum.

Catalogus en kinderkunstboek
Bij de tentoonstelling verschijnt een rijk geïllustreerde catalogus, uitgegeven door Hannibal Books en met bijdragen van conservator moderne kunst Thijs de Raedt en gastconservator Peter Pauwels. De catalogus is vanaf medio maart beschikbaar. Een zomerse zondag van Gerda Dendooven is het nieuwste deel in de geliefde reeks kinderkunstboeken die Kunstmuseum Den Haag sinds 2010 uitgeeft in samenwerking met Uitgeverij Leopold.

Video: MotionShow