Vier manieren waarop Mondriaan de vooruitgang omarmde

De revolutionair abstracte kunst die Mondriaan maakte, werd maar door weinig van zijn tijdgenoten begrepen. Mondriaan was, zoals we dat nu zeggen, zijn tijd ver vooruit. Hij had een rotsvast geloof in dat de wereld van morgen er totaal anders uit zou zien en droeg zijn kunst dan ook op aan de mensen van de toekomst. Op deze Mondriaan Maandag staan we stil bij de manieren waarop Mondriaan de vooruitgang tijdens zijn leven heeft omarmd.

  • Samen met zijn broer en schoonzus bezoekt Mondriaan in 1938 Sneeuwwitje en de Zeven Dwergen in een Parijse bioscoop. Het is Walt Disney’s eerste lange bioscoopfilm, een technisch hoogstandje waar Mondriaan erg benieuwd naar is. Hij vindt het zo leuk dat hij een grammofoonplaat met de filmmuziek aanschaft, en de broers sturen elkaar ansichtkaartjes waarop ze elkaar Sneezy (Carel) en Sleepy (Piet) noemen. Ook in de jaren daarna bezoekt Mondriaan Disney films in de bioscoop. In Londen gaat hij onder meer naar Pinoccio.

  • In 1938 verwisselt Mondriaan de ene metropool voor de andere: hij verhuist van Parijs naar Londen. Hij moet even wennen maar vindt het er heerlijk. Met name de grootsheid van de stad spreekt hem aan, zoals de enorm diepe roltrappen in de Underground. Ze zijn veel dieper dan in Parijs. In het begin weet hij gewoon niet hoe hij zijn evenwicht bewaart. Gelukkig zijn er Londenaren die hem behulpzaam zijn. ‘Het is heel makkelijk als je ’t weet, maar je zakt ineens weg en dat is vreemd.’

  • Als Mondriaan in 1940 in New York aankomt, ontdekt hij een nieuw materiaal om mee te werken: gekleurde tape. Hij gebruikt het voor zijn laatste meesterwerk: Victory Boogie Woogie (1942-1944). Hierin blijft hij eindeloos experimenteren met de compositie door kleurvlakjes van tape aan te brengen, te verschuiven of te verwijderen. Het is een snelle manier van werken, die bovendien veel minder schadelijk is voor het doek dan het steeds afschrapen van verf.

  • Mondriaan ging niet alleen veelvuldig uit eten, hij wisselde ook nogal eens van eetstijl. Zo at hij eind jaren twintig veel vet vlees, dat zou zijn bloedarmoede tegengaan. Op aanraden van Man Ray ging hij in 1932 vegetarisch eten. Ook volgde hij een poosje het Hay-dieet. De Amerikaanse dokter William Hay schreef een eetstijl voor waarin bepaalde voedselgroepen wel of juist niet goed samengingen. Dit sprak Mondriaan aan. Zo kon hij, net als in zijn kunst, ook voor het avondeten een juiste balans componeren: met veel sla en weinig vlees en meelspijzen. Toch blijft coq au vin uiteindelijk zijn meest favoriete gerecht.